Het artikel en de reacties laten
vooral verwarring zien: blijkbaar denkt de een bij ‘autisme’ aan een zwaar
gehandicapt kind en de ander aan Einstein of een ander genie. In feite zie je
hier een telkens terugkerend patroon: het ‘gewone’ volk ontdekt een term uit de
wetenschap en gaat daarmee aan de haal (zo hebben bv. oorspronkelijk
filosofische termen als ‘materialisme’ en ‘idealisme’ ook een
geheel andere betekenis in de politiek gekregen).
En nu het gewone volk de term ‘autisme’ heeft ontdekt strooit het er kwistig mee rond: iedereen gaat de laatste tijd de buurman, de collega en de zwager diagnosticeren als ‘autist’ hetgeen dan meestal geen positieve kwalificatie is. En tegelijkertijd krijgen tal van genieën – van Mozart tot Einstein – met terugwerkende kracht het label van autisme opgeplakt, zodat autisme klaarblijkelijk ook wel iets positiefs kan zijn op grond waarvan Cuijpers zijn stelling mede verdedigt: “zou een wereld zónder autisten er kleurloos en onderontwikkeld uitzien (denk hierbij aan de vele geniale en beroemde autisten uit de geschiedenis).”. En waarschijnlijk vindt de medische wereld deze massale lekendiagnoses wel prima, omdat daardoor de afzetmarkt voor hun therapieën sterk groeit.
En nu het gewone volk de term ‘autisme’ heeft ontdekt strooit het er kwistig mee rond: iedereen gaat de laatste tijd de buurman, de collega en de zwager diagnosticeren als ‘autist’ hetgeen dan meestal geen positieve kwalificatie is. En tegelijkertijd krijgen tal van genieën – van Mozart tot Einstein – met terugwerkende kracht het label van autisme opgeplakt, zodat autisme klaarblijkelijk ook wel iets positiefs kan zijn op grond waarvan Cuijpers zijn stelling mede verdedigt: “zou een wereld zónder autisten er kleurloos en onderontwikkeld uitzien (denk hierbij aan de vele geniale en beroemde autisten uit de geschiedenis).”. En waarschijnlijk vindt de medische wereld deze massale lekendiagnoses wel prima, omdat daardoor de afzetmarkt voor hun therapieën sterk groeit.
Maar afgezien van de medische
discussie over de juiste criteria van autisme en of Asperger ook een vorm van
autisme is e.d., denk ik dat de enorme opkomst van de diagnose (autisme en
Asperger zijn pas in de jaren ’40 van de 20ste eeuw door de medici ‘ontdekt’!)
ook in hoge mate een symptoom van een gefeminiseerde samenleving vormt. De
feminisering van onze samenleving blijkt niet alleen uit de feminisering van
het onderwijs (waardoor jongens een groot risico lopen uit te vallen en inmiddels
meer meisjes dan jongens afstuderen), maar ook uit bv. het feit dat typisch
mannelijk gedrag steeds uitdrukkelijker als psychiatrische ziekte wordt
opgevat. De vrouw is de norm geworden en de man is de afwijking (hetgeen
biologisch ook wel een beetje klopt: de man is een vrouw plus een stukje
Y-chromosoom welk extra chromosoom gekke dingen met de drager doet). Zo zijn
mannen van nature analytisch en sociaal onhandig: elke typische man is daarmee een
autist. Maar jongens zijn van nature ook druk, klimmen als aapjes overal in en
houden van lawaai: jongens hebben ADHD. Jongens willen zich bewijzen en gaan
zich overmoedig gedragen als er meisjes in de buurt zijn: jongens zijn manisch.
Mannen vinden zichzelf aantrekkelijk en zien vooral een onweerstaanbare bink
als ze in de spiegel kijken (want dat is zo biologisch geëvolueerd want vrouwen
vallen op zelfverzekerde mannen omdat die zo macht en status uitstralen en
zelfverzekerde mannen scoren meer omdat ze meer vrouwen durven benaderen): de typische
man is narcistisch. De (jonge) man heeft een hoog libido (wel 20 keer hoger dan de vrouw, afgaand op de testosteronproductie): de man is oversekst (een 'viespeuk') en seksverslaafd. Et cetera.
Na een liberaal feminisme, gericht op gelijke juridische rechten voor vrouwen (bv. vrouwenkiesrecht), gevolgd door een socialistisch feminisme, gericht op gelijkheid uberhaupt – ‘alles is politiek!’- op grond van het socialistische waanidee dat de mens geheel door zijn omgeving wordt bepaald en dat zelfs sekse maakbaar is en cultureel wordt bepaald (zodat je een meisje zou kunnen opvoeden tot jongen en vice versa), zijn we inmiddels – grotendeels echter onbewust – in een differentie-feministische samenleving beland die wel verschillen tussen mannen en vrouwen erkent maar die uitlegt in het voordeel van de vrouw (‘als er meer vrouwen in de top van de bankwereld zouden hebben gewerkt, zou de financiële crisis niet hebben kunnen ontstaan’). De man moet zich vrouwelijk gedragen om te worden geaccepteerd (waardoor de vrouw zichzelf als seksueel wezen weer in de voet schiet, want die beklaagt zich dat er geen ‘echte’ mannen meer zijn die haar echt kunnen opwinden). Een en ander hangt ook samen met onze pacificerende samenleving waarin we steeds meer elk risico - maar daarmee dus ook de man omdat mannen nu eenmaal neigen naar zeer risicovol gedrag (de gevangenissen zitten vol met mannen!) - willen uitbannen. De man is een wild dier dat moet worden getemd, zeker nu we oorlogen hebben afgeschaft en jonge mannen daardoor hun lust tot avontuur en vechten niet meer zo goed kunnen uitleven (welke oorlogszucht we wel hebben gesublimeerd in de sport maar ook dan zijn er geweldsexcessen rondom voetbalwedstrijden). Overigens, filosofen en anderen hebben in alle tijden wel geklaagd over de verwijving van de samenleving, bv. Nietzsche die in de verweking van de toch al typisch vrouwelijke christelijke moraal - gericht op het temmen van de mens, lees: de man - in de ‘medelijden’-filosofie van Schopenhauer de uiterste consequentie van de verwijving van het westen zag. Wat de samenleving nodig heeft is dan ook bovenal meer respect voor de man. Laat de man man zijn en sociaal wat lomp en onbeholpen. Dan kunnen we de echte autisten evengoed wel proberen te helpen, want voor hen is het leven echt geen pretje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten