Inleiding
In
het eerste deel van dit essay geef ik kort wat basale kennis uit de (micro)biologie
en in het tweede deel zal ik kort de wetenschap maar vooral ook de politieke
reactie op de coronacrisis bespreken, beide met hopelijk leuke weetjes en
interessante filosofische inzichten en benaderingen.
De
boom des levens
Al
het leven op Aarde heeft een gemeenschappelijke voorouder hetgeen we weten
doordat bv. al dat leven gebruik maakt van dezelfde 20 aminozuren om eiwitten
te vormen terwijl er zo’n andere 500 aminozuren voorkomen in de natuur die
hetzelfde kunnen. Uit die ene ‘oerbacterie’, die zo’n 4 miljard jaar geleden
moet zijn ontstaan en een paar honderd genen moet hebben gehad omdat dat het
minimum is voor cellulair leven, is dus al het leven op Aarde geëvolueerd. De
eerste vertakking wordt gevormd doordat uit de oerbacterie drie zogeheten
domeinen zijn ontstaan: de bacteriën, de archaea en de eukaryoten. Vanwege de
gemeenschappelijke oorsprong of voorouder is de fundamentele biologie van al
dit leven identiek: zo is hun genetische informatie bij alle opgeslagen in
dubbelstrengse DNA. De bacteriën en de archaea zijn altijd ééncellig maar
sommige eukaryoten ontwikkelden zich tot meercellige organismen, waarvan de
mens er uiteraard één is, hetgeen kan ontstaan als cellen samenklonteren (zoals
ook bacteriën een kolonie kunnen vormen) en groepen cellen dan specialiseren
tot specifieke functies waardoor organen ontstaan. Planten en dieren bevatten
overigens een bacterie in hun cellen die ze door symbiose hebben verworven en
die in wezen hun energiebron vormt: een (cyano)bacterie die zuurstof afgeeft
door fotosynthese werd de bladgroenkorrel in planten en een bacterie die juist
zuurstof opneemt en omzet in energie werd de mitochondrie in dierlijke cellen.
Daarbij werd de ontwikkeling van de eukaryoten enorm gestimuleerd door de
zogeheten zuurstofrevolutie van zo’n 2 miljard jaar geleden: aanvankelijk was
er geen zuurstof in de atmosfeer maar toen daar verandering in kwam door de
fotosynthese van de cyanobacteriën bedreigde dat het leven op Aarde (want
zuurstof is in beginsel giftig voor leven) maar eukaryoten wisten niet alleen
te overleven door de opname van de bacterie die de zuurstof omzet in energie
maar kregen daardoor zelfs veel extra energie waardoor bv. voortbeweging
mogelijk werd (hetgeen weer de ontwikkeling van zintuigen voortbracht om je te
kunnen oriënteren etc).
Virussen
Virussen
vormen geen deel van deze enorme boom des levens (en hun oorsprong is nog enigszins
een mysterie): zij bevatten slechts een paar genen, hebben dan ook geen
stofwisseling en kunnen op zichzelf niets (bv. een influenzavirus bevat acht
genen en een coronavirus heeft negen genen in plaats van de duizenden genen die
bv. bacteriën of dieren hebben). Virussen zijn dus geen organismen (levende
wezens) maar als het ware hele kleine ‘stukjes leven’ (mogelijk geëvolueerd uit
bacteriën die immers onderling veel kleine genenpakketjes uitwisselen) die als
zodanig dood zijn maar die wel in actie komen zodra ze op de juiste gastheer(cel)
botsen waardoor virussen obligate parasieten worden genoemd: zij hebben een
organisme zoals een bacterie of mens nodig om iets te kunnen doen. Alle
organismen, dus ook bv. bacteriën en planten, worden constant belaagd door (honderdduizenden
soorten!) virussen en zoals bacteriën een belangrijke rol spelen in het menselijk
lichaam zit er ook viraal DNA in alle organismen of cellen hetgeen een diepe
evolutionaire interactie met virussen verraadt (en het is bv. aan dat virale
DNA te danken dat een moeder haar baby in haar lichaam gedoogt en niet afstoot).
Het wonderlijke maar ook kenmerkende van die interactie is dat de verhouding
tussen een virus en een gastheer(cel) is als een sleutel in een slot: elk virus
is volmaakt aangepast aan zijn gastheer(cel) en weet – ondanks z’n extreme
eenvoud – op vaak verbluffend ingenieuze wijze alle afweermechanismen van z’n
gastheer te omzeilen, de gastheercel binnen te dringen en het
replicatiemechanisme van zijn gastheercel aan te zetten waarmee echter geen
celdeling wordt gestart maar de replicatie van het virus zelf. Er is overigens een
fundamentele overeenkomst tussen virusinfectie, kanker en celdeling/groei omdat
ze alle zien op het programma tot deling of replicatie om welke reden ook wordt
gesproken over computervirussen die net als een virus een apparaat kapen door
een klein kwaadaardig stukje programma aan het originele programma toe te
voegen (en bij genetische modificatie wordt om het DNA op de juiste plek te knippen gebruik gemaakt van
een techniek – CRISPR – die bacteriën al gebruiken om zich tegen virussen te
beschermen waarbij ook wordt onderzocht om een gemodificeerd virus te gebruiken
als vector om het nieuwe stukje DNA in te voegen).
Evolutie als wedloop
Waar al het leven op Aarde zijn genetische code in z’n meest stabiele vorm bewaart (bij replicatie/kopiëring worden dan nauwelijks fouten gemaakt), namelijk dubbelstrengse DNA, zien we bij virussen vier varianten, namelijk enkelstrengs RNA, dubbelstrengs RNA, enkelstrengs DNA en dubbelstrengs DNA, waarbij enkelstrengs RNA de minst stabiele is zodat zo’n virus razendsnel kan muteren om zich aan te passen aan elke aanpassing of afweer van z’n gastheer(cel) (onder andere het influenzavirus, HIV en het coronavirus zijn enkelstrengse RNA-virussen). Omdat virussen sowieso veel sneller repliceren en dus muteren dan organismen dat kunnen, zijn alle organismen in principe weerloos tegen virussen (omdat in de wedloop virussen zich veel sneller aanpassen aan de gastheer dan andersom) maar gelukkig komen virussen in vrede: hun ‘doel’ is niet de vernietiging van hun gastheer maar slechts replicatie van zichzelf waarbij ze die replicatie in gevaar brengen als ze hun gastheer doden of in ieder geval te snel doden (voordat ze de volgende gastheer hebben bereikt). Het is daarom wat ironisch dat nota bene het meest ‘onschuldige’ virus – een verkoudheidsvirus dat het coronavirus is – nu een variant kent die voor een deel van de menselijke gastheren erg dodelijk is (al geeft het nog steeds bij de meeste mensen nauwelijks klachten). Meestal is een dodelijk virus weinig besmettelijk omdat andere gastheren wegblijven bij een geïnfecteerde die uit alle openingen bloedt en sterft (bv. ebola maar bv. HIV heeft dit probleem overwonnen door een lange incubatietijd) en meestal is een besmettelijk virus weinig dodelijk (bv. verkoudheidsvirussen in het algemeen en de herpesvirussen).
Evolutie als wedloop
Waar al het leven op Aarde zijn genetische code in z’n meest stabiele vorm bewaart (bij replicatie/kopiëring worden dan nauwelijks fouten gemaakt), namelijk dubbelstrengse DNA, zien we bij virussen vier varianten, namelijk enkelstrengs RNA, dubbelstrengs RNA, enkelstrengs DNA en dubbelstrengs DNA, waarbij enkelstrengs RNA de minst stabiele is zodat zo’n virus razendsnel kan muteren om zich aan te passen aan elke aanpassing of afweer van z’n gastheer(cel) (onder andere het influenzavirus, HIV en het coronavirus zijn enkelstrengse RNA-virussen). Omdat virussen sowieso veel sneller repliceren en dus muteren dan organismen dat kunnen, zijn alle organismen in principe weerloos tegen virussen (omdat in de wedloop virussen zich veel sneller aanpassen aan de gastheer dan andersom) maar gelukkig komen virussen in vrede: hun ‘doel’ is niet de vernietiging van hun gastheer maar slechts replicatie van zichzelf waarbij ze die replicatie in gevaar brengen als ze hun gastheer doden of in ieder geval te snel doden (voordat ze de volgende gastheer hebben bereikt). Het is daarom wat ironisch dat nota bene het meest ‘onschuldige’ virus – een verkoudheidsvirus dat het coronavirus is – nu een variant kent die voor een deel van de menselijke gastheren erg dodelijk is (al geeft het nog steeds bij de meeste mensen nauwelijks klachten). Meestal is een dodelijk virus weinig besmettelijk omdat andere gastheren wegblijven bij een geïnfecteerde die uit alle openingen bloedt en sterft (bv. ebola maar bv. HIV heeft dit probleem overwonnen door een lange incubatietijd) en meestal is een besmettelijk virus weinig dodelijk (bv. verkoudheidsvirussen in het algemeen en de herpesvirussen).
De
coronapandemie
Maar
soms gaat het mis en ontstaat er een pandemie die een deel van de mensheid kan
uitroeien doordat het nieuwe virus zowel erg besmettelijk als erg dodelijk is.
Overigens, onder meer de pest, cholera, syfilis, lepra en tuberculose worden
veroorzaakt door bacteriën (en bv. malaria door een ééncellige eukaryoot) maar
bv. de pokken, die de oorspronkelijke Indianen nagenoeg uitroeide (vanwege de
afwezigheid van opgebouwde immuniteit), weer wel door een virus. Alle bacteriën
kunnen sinds de 20ste eeuw uitstekend worden bestreden door
antibiotica (maar helaas steeds minder doordat bacteriën ook muteren en zo
resistent aan het worden zijn), zodat we om die reden weinig meer horen over de
genoemde bacteriële infecties die de mensheid vele eeuwen hebben gegeseld. Voor
virussen worden antivirale middelen ontwikkeld maar die zijn minder effectief
(al heeft HIV dit onderzoek enorm gestimuleerd en heeft men daarmee AIDS kunnen
transformeren van een dodelijke tot een chronische ziekte): gevaarlijke
virussen kunnen echter wel goed worden bestreden met vaccins die erop berusten
dat men dood (of verzwakt) virus inspuit waarop het lichaam antistoffen maakt
die vervolgens het virus in levende vorm onmiddellijk herkent en vernietigt. Volgens
de formule 1 – 1/R met R als het aantal gemiddelde nieuwe besmettingen per
persoon kan men berekenen hoeveel mensen in een groep geïmmuniseerd moet zijn
om groepsimmuniteit te verwerven (zodat de niet-geïmmuniseerden als een soort free
riders beschermd worden door de geïmmuniseerden): omdat men denkt dat een
persoon die is besmet met het nieuwe, gevaarlijke coronavirus (dat de weinig
sexy naam SARS-CoV-2 heeft gekregen) gemiddeld 2,5 nieuwe personen besmet
levert de formule 1 – 0,4 = 0,6 op zodat groepsimmuniteit zou kunnen zijn
bereikt als 60% van de bevolking immuniteit heeft verworven.
De keerzijde van succes
Dat dit nieuwe
virus heeft kunnen uitbreken heeft in zekere zin ook te maken met ons succes en
– inherent daaraan – ons ingrijpen in de natuur: op een succesvol organisme
hebben ook z’n parasieten meer kansen te overleven (daarom wordt het
succesvolste dier op Aarde – de mier – ook geteisterd door parasieten) maar
succes betekent ook uitbreiding naar nieuwe biotopen alwaar het evenwicht wordt
verstoord en zeker de moderne mens wil de natuur die hij aantreft overmeesteren
en exploiteren. De virusuitbraak laat echter zien dat we geen goden zijn die
boven de natuur staan, zoals een uitbraak van pest in Camus’ La Peste de
absurdistische filosofie van Camus illustreert: we proberen de wereld te
begrijpen en betekenis te geven maar het leven is onbegrijpelijk (absurd) en
zonder betekenis. In ieder geval zien we dat veel nieuwe, gevaarlijke
virusuitbraken – HIV, influenza, ebola, SARS – tot stand komen doordat een
dierlijk virus overspringt op de mens, zodat er nog geen
wederzijdse evolutionaire aanpassing tussen virus en mens heeft plaatsgevonden die virus en mens met
elkaar in harmonie of balans brengt. In het geval van influenza kan een
nieuwe, dodelijke pandemie ontstaan – de Spaanse griep van 1918/1919 geldt als
het paradigma van een pandemie die in korte tijd over de hele wereld raasde en mogelijk
meer dan 50 miljoen mensen doodde – doordat een influenzavirus van een varken of een
vogel een compleet gen uitwisselt met een menselijk influenzavirus waardoor een
totaal nieuw influenzavirus ontstaat. In het algemeen zijn dergelijke
ongelukjes niet fataal: zo’n virus kan erg dodelijk zijn omdat het zich (nog)
niet heeft aangepast aan de menselijke gastheer maar om dezelfde reden is het
meestal ook moeilijk overdraagbaar zodat het zich niet makkelijk verspreidt.
Het SARS-virus is een coronavirus dat waarschijnlijk van vleermuizen komt (zoals
ook het ebolavirus waarschijnlijk z’n reservoir in vleermuizen heeft) en ook
dat bleek erg dodelijk (net als de Spaanse griep doodt het door middel van een
longontsteking) maar gelukkig weinig besmettelijk. Mogelijk had het eerste
SARS-virus een mutatie waardoor één gen niet goed werkte, welk gen bij het
nieuwe gen gerepareerd lijkt waardoor het veel effectiever zichzelf kopieert in
de mens: zie https://www.volkskrant.nl/wetenschap/hoe-een-corona-virus-als-een-staafmixer-huishoudt-in-uw-cellen~bc982c9f/ welk artikel
sowieso een spannend geschreven verhaal over virussen is. Het nieuwe SARS-virus lijkt zich bovendien vooral in de
neus te repliceren en is zo erg besmettelijk terwijl het ook een groot deel van de gastheren ernstig
ziek maakt met in een flink aantal gevallen de dood tot gevolg wegens
longontsteking. Er
is enige hoop dat het zeer oude BCG-vaccin de ziekte minder ernstig kan laten
verlopen, nu al lang bekend is dat dit vaccin niet alleen enige bescherming kan
geven tegen tuberculose, waarvoor het was ontwikkeld, maar dat het een
aspecifiek middel is tegen vele aandoeningen omdat het het adaptieve immuunsysteem
een boost geeft. Wereldwijd wordt op dit moment vooral met chloroquine, oorspronkelijk
een middel tegen malaria waartegen de malariaparasiet in het algemeen
resistentie heeft opgebouwd, geëxperimenteerd omdat het mogelijk de kans op
besmetting verkleint en bij infectie de aangeboren afweerrespons verzwakt.
Wetenschappelijke
scenario’s en beleid
Veel
is nog onbekend over SARS-CoV-2 dat zich nu snel over de wereld verspreidt en
overal de ziekenhuizen dreigt over te belasten. Dat vele mensen erdoor zijn
verrast – en maatschappijen dus niet zijn voorbereid (waarbij de Aziatische
landen overigens wel enigszins waren voorbereid vanwege de SARS-crisis in 2003)
– heeft ermee te maken dat mensen geneigd zijn inductief te redeneren: de
voorgaande virusuitbraken veroorzaakten geen massale sterfte en de commerciële
farmaceutische industrie zag dan ook geen winstmogelijkheid in de ontwikkeling
van vaccins (bv. de erg dodelijke SARS in 2003 bleek weinig besmettelijk, de
Mexicaanse griep van 2009 bleek weinig dodelijk en de erg dodelijke ebola-uitbraak
van 2014 bleek weinig besmettelijk en bleef in ieder geval in Afrika). Maar
wetenschappers weten dat er altijd de mogelijkheid is van een zwarte zwaan
(behaalde resultaten in het verleden bieden geen garanties voor de toekomst) en
kennen de dodelijke pandemieën in de menselijke geschiedenis zoals de Spaanse
griep (maar wellicht hadden ook zij daardoor meer oog voor het influenzavirus
dan voor het coronavirus). Een omgekeerd verschil tussen theorie en praktijk,
waarbij juist de ervaring betrouwbaarder lijkt, ligt ten grondslag aan de
rationalistische vs. empiristische school der geneeskunde die al sinds de
oudheid bestaat: de rationalistische traditie probeert een ziekte te begrijpen
en op grond daarvan een therapie/medicijn te ontwikkelen en de empiristische
traditie berust zich op de ervaring die leert dat het ene wel en het andere
niet werkt waarbij het niet van belang is te begrijpen hoe het werkt. Wellicht
kan men op vergelijkbare wijze onderscheid maken tussen theoretische (computer)modellen
die verschillende scenario’s berekenen (zoals het RIVM lijkt te doen) en de
ervaringskennis die wordt opgedaan in met name China en Italië (die lijkt te suggereren
dat het erger is dan het RIVM voorspelt). Hoe dan ook kan men op grond van de
gebrekkige kennis van het nieuwe virus verschillende conclusies trekken en zijn
wetenschappers het dus niet altijd met elkaar eens, waarbij we zullen zien dat
de aanbevelingen of in ieder geval de politieke besluitvorming uiteindelijk
politiek-ideologisch of cultureel in plaats van wetenschappelijk wordt
ingegeven.
De
drie opties
Alleen
een specifiek vaccin kan de mensheid effectief beschermen tegen SARS-CoV-2 maar
dat moet nog worden ontwikkeld. En tot overmaat van ramp
heeft Nederland weinig test kits die het virus kunnen detecteren, zodat niet
goed kan worden bepaald wie is geïnfecteerd dus moet worden geïsoleerd om de
verspreiding te stoppen (en tests op antistoffen die kunnen uitwijzen wie een infectie
heeft doorstaan en dus immuniteit heeft verworven zijn er nog helemaal niet). Maar
wat kunnen we doen zolang dat vaccin niet beschikbaar is en er onvoldoende
tests zijn?
De eerste optie is niets doen. In de natuur worden regelmatig planten- of dierensoorten geheel of bijna geheel uitgeroeid door een virus of een andere parasiet. In feite is daarom seksuele voortplanting ontstaan: het vinden van een geschikte sekspartner is een enorm gedoe (terwijl de natuur efficiëntie pleegt te selecteren en niet van gedoe houdt) maar het geeft wel genetische diversiteit in de soort zodat als een virus of schimmel de soort dreigt uit te roeien er meer kans is dat tenminste één individu de juiste genetische code heeft om de infectie te overleven. Anders dan bij de Spaanse griep, die opvallenderwijs vooral jonge, gezonde mensen doodde vanwege hun sterke immuunreactie op het virus, doodt SARS-CoV-2 vooral de ouderen en zieken. Een sociaal darwinist zal aldus weinig moeite hebben met dit nieuwe virus maar moderne staten hebben een verantwoordelijkheid (zorgplicht) voor hun bevolking zodat niets doen eigenlijk geen optie is. Ook een liberale democratie waarin de zorg is geprivatiseerd, zoals de onze, moet optreden als een groot deel van de bevolking in korte tijd sneuvelt – SARS-CoV-2 zou in een maand tijd honderdduizenden Nederlanders kunnen doden als we het z’n gang laten gaan – omdat een politicus die niet ingrijpt niet zal worden herkozen. Rutte noemde dit scenario 2 die hij afwees omdat dan de ziekenhuizen in korte tijd worden overspoeld met patiënten die dan niet kunnen worden behandeld (en dus doodgaan).
De eerste optie is niets doen. In de natuur worden regelmatig planten- of dierensoorten geheel of bijna geheel uitgeroeid door een virus of een andere parasiet. In feite is daarom seksuele voortplanting ontstaan: het vinden van een geschikte sekspartner is een enorm gedoe (terwijl de natuur efficiëntie pleegt te selecteren en niet van gedoe houdt) maar het geeft wel genetische diversiteit in de soort zodat als een virus of schimmel de soort dreigt uit te roeien er meer kans is dat tenminste één individu de juiste genetische code heeft om de infectie te overleven. Anders dan bij de Spaanse griep, die opvallenderwijs vooral jonge, gezonde mensen doodde vanwege hun sterke immuunreactie op het virus, doodt SARS-CoV-2 vooral de ouderen en zieken. Een sociaal darwinist zal aldus weinig moeite hebben met dit nieuwe virus maar moderne staten hebben een verantwoordelijkheid (zorgplicht) voor hun bevolking zodat niets doen eigenlijk geen optie is. Ook een liberale democratie waarin de zorg is geprivatiseerd, zoals de onze, moet optreden als een groot deel van de bevolking in korte tijd sneuvelt – SARS-CoV-2 zou in een maand tijd honderdduizenden Nederlanders kunnen doden als we het z’n gang laten gaan – omdat een politicus die niet ingrijpt niet zal worden herkozen. Rutte noemde dit scenario 2 die hij afwees omdat dan de ziekenhuizen in korte tijd worden overspoeld met patiënten die dan niet kunnen worden behandeld (en dus doodgaan).
De
tweede optie is dat de virusuitbraak slechts wordt vertraagd (‘gecontroleerde
verspreiding’) door de bevolking te verzoeken enige ‘social distancing’ in acht
te nemen (je brengt de waarde van R omlaag) zodat de ziekenhuizen de stroom van
patiënten wel aan blijven kunnen. Evengoed zal dan gedurende een aantal maanden
of zelfs jaren het grootste deel van de Nederlanders worden besmet (totdat
groepsimmuniteit wordt bereikt). Afhankelijk van het sterftecijfer (dat in Azië
veel lager lijkt te liggen dan in bv. Italië) gaan dan tot zo’n honderdduizend Nederlanders
dood en wordt een veelvoud daarvan ernstig ziek met mogelijk blijvende
longschade.
De
derde optie is dat het virus wordt geëlimineerd door een agressief ingrijpen
van de overheid: de noodtoestand wordt uitgeroepen, de grenzen worden gesloten,
politie en leger nemen de straat over en dwingen de burger thuis te blijven,
het gewone leven komt tot stilstand, de vrije markt wordt vervangen door een
oorlogseconomie waarbij de overheid bedrijven de opdracht geeft om de ‘wapens’
te maken die nodig zijn voor de strijd zoals mondkapjes, paracetamol en de
ontwikkeling van een vaccin, etc. Merk op dat hiermee de trend
van globalisering wordt gekeerd ten gunste van nationalisering.
De
reactie van liberale landen (individualisme; de samenleving als vereniging)
We
zien dat landen verschillend op de virusuitbraak reageren. In Azië en in
katholieke landen gaat de overheid snel over tot het afkondigen van de
noodtoestand en het installeren van een ‘lockdown’ waarbij alles op slot gaat.
In liberale landen met een protestantse cultuur (bv. Zweden, Engeland, VS en
Nederland), waardoor die landen een sterke vorm van individualisme en
rechtsstaat kennen, zien we een grote terughoudendheid om dergelijke antiliberale
maatregelen te treffen die in feite de rechtsstaat en de individuele vrijheden
opzij zetten voor een quasi-fascistisch totalitarisme: men wil de burger liever
niet ergens toe dwingen maar aanspreken op zijn eigen verantwoordelijkheden.
Overigens, mogelijk verspreidt het virus zich ook iets minder snel in
protestantse landen, waardoor draconische maatregelen er iets minder snel zijn
vereist om de curve af te vlakken, omdat vanwege dat individualisme er van
nature al meer ‘social distancing’ is. Foucault (1926-1984) wijst erop dat het
paradigma van de moderne, disciplinerende macht wordt gevormd door de vroegere,
premoderne reactie op epidemieën waarbij met name bij een pestuitbraak de
zieken werden geïsoleerd van de gemeenschap en een merkteken kregen waardoor
ook gewone mensen voor het eerst een ‘individu’ werden dus als een individueel
persoon werden gezien in plaats van als slechts een lid van de gemeenschap
waarbij als het ware alleen de koning een individu was op wie alle ogen was
gericht: in de moderne panopticon van Bentham keert dat om en zijn alle ogen –
via de politie – gericht op de burger die zo wordt gedisciplineerd. In dat
verband is het geen toeval dat door het postmoderne hyperindividualisme mensen –
die selfies nemen om de ogen vooral op zichzelf gericht te houden – al fysiek
(en emotioneel) sterk van elkaar zijn gescheiden (met internet als contact op
afstand) hetgeen door het virus in die zin alleen maar wordt bekrachtigd. Daarbij
werkten mensen in premoderne tijden thuis of bij het huis op het land, maar
bracht de industriële revolutie een migratie op gang naar de steden omdat de
fabrieken arbeiders fysiek bijeen moest brengen aan de lopende band (hetgeen de
moderniteit mede kenmerkt): een mogelijk blijvend effect van de coronacrisis is
dat werknemers weer veelal thuis gaan werken hetgeen in de postmoderne tijd met
name mogelijk is geworden door het internet.
De
reactie van minder liberale landen (de samenleving als gemeenschap)
Omgekeerd
is er in veel Aziatische en katholieke landen nog wel sprake van een
gemeenschap. Dat maakt daar ook de stap tot het afkondigen van de noodtoestand
minder groot: vanwege het gemeenschapsgevoel is men eerder bereid zichzelf als
individu weg te cijferen voor het algemene of collectieve belang. Het fascisme
wordt ten onrechte vooral geassocieerd met racisme maar is beter te begrijpen
als een permanente noodtoestand om in reactie op het moderne individualisme
weer een gemeenschap te smeden (‘samen staan we sterk’); daarbij wordt ‘zuivering’
van die gemeenschap van ‘vreemde’ of al te individualistische elementen, die de
verbinding en dus kracht ondermijnen, soms nodig geacht hetgeen doet denken aan
de premoderne reactie op lepra: melaatsen werden – niet geïsoleerd zoals
pestlijders maar – uit de gemeenschap gestoten (en het nationaalsocialisme dat beslist
racistisch was gebruikte graag de metafoor van de Jood als parasiet).
De
reactie van Nederland
In
Nederland zijn de PVV en FvD exponenten van deze prioritering van democratie
(het algemeen belang of de volkswil) boven de rechtsstaat (individuele
vrijheden en rechten van minderheden), maar de andere partijen willen een
dwingende overheid ten koste van praktisch alles vermijden, zodat Rutte de
tweede optie neemt (hetgeen hij het eerste scenario noemde). Nederland heeft
vanuit zijn liberale politiek al veel leger en politie (en zorg) wegbezuinigd
zodat Nederland waarschijnlijk niet eens een noodtoestand en lockdown zou
kunnen instellen, maar in plaats van dat te betreuren houdt men tevreden vast
aan de liberale visie die de burger slechts wil aanspreken op zijn eigen
verantwoordelijkheid om elkaar geen hand meer te geven en de handen regelmatig
te wassen. En om “een beetje op elkaar te letten”. Door zo niet echt in te
grijpen wordt ook de vrije markt en de economie niet geraakt. De bevolking moet
vooral gerustgesteld worden (paniek zou onze grootste vijand zijn), hetgeen
echter vooral onzekerheid oplevert hetgeen zich onder meer uit in ‘hamsteren’
en complottheorieën.
Gezondheidszorg
vs. economie en cultuur
Rutte
verschuilt zich graag achter zijn deskundigen (van het RIVM), maar de
wetenschap kan eigenlijk geen aanbevelingen doen omdat de wetenschap slechts de
feiten en hun verklaringen geeft en geen moreel oordeel heeft (zoals Hume betoogde:
uit ‘what is’ kan niet ‘what ought’ worden afgeleid). En vanuit
de medische zorg kan er niet veel meningsverschil zijn: vanuit dat aspect
bezien moet het doel zijn om zo veel mogelijk levens te redden (vanwege de eed
van Hippocrates). zoals ook de Wereldgezondheidsorganisatie met zo veel woorden
nastreeft, en dat lukt het best met een noodtoestand waarbij iedereen wordt gedwongen
zich in te zetten voor het algemene belang inclusief een met leger en politie
afgedwongen lockdown. Juist voor liberale, individualistische culturen is dat
echter moeilijk te implementeren, als ze dat al zouden willen, en we zien praktisch
alle Nederlandse virologen die inmiddels elke dag op TV komen deze
politiek-culturele realiteit – al dan niet ingefluisterd door Rutte – meenemen
in hun aanbevelingen: ‘een langdurige lockdown kan niet want we zijn een open samenleving’,
‘we moeten ook de economische gevolgen afwegen’, etc waarmee ze ver buiten hun
eigen discipline treden. Maar het is onvermijdelijk dat Rutte die afwegingen
wel betrekt bij zijn politieke besluitvorming (en dat verklaart waarom
virologen op TV tegenwoordig ook praten over cultuur en economie want zij
moeten natuurlijk hetzelfde zeggen als Rutte omdat anders de verwarring bij het
publiek nog groter wordt).
Lockdown
Een
argument van Rutte tegen de lockdown c.q. noodtoestand is dat je zoiets niet
vol kunt houden tot er een vaccin is en het virus weer zal terugkeren zodra je
de lockdown opheft. Dat lijkt me niet helemaal waar: het fascisme wist zo’n
dictatuur een flink aantal jaren vol te houden maar bovenal is het doel van
veel landen die wel een lockdown hebben ingesteld een snelle en definitieve
eliminatie van het virus, hetgeen lukt zodra overal door middel van een
lockdown R kleiner dan 1 is geworden want dan neemt het aantal besmette
personen overal snel af tot het nul is geworden. Als dan daarna opnieuw de
eerste gevallen opduiken is men beter voorbereid, zowel qua kennis als qua
middelen, om direct de nodige maatregelen te treffen om de waarde van R onder
de 1 te houden of te brengen zodat er geen explosieve uitbraak meer plaatsvindt
zoals we die nu wel hebben omdat men niet was voorbereid en te laat reageerde. Het
uitsmeren van de spreiding (Rutte’s scenario) door middel van een semi-lockdown
zoals Nederland nu doet duurt daarentegen erg lang en is waarschijnlijk
moeilijker vol te houden qua restricties en economische implicaties en leidt tot
veel meer doden. Op dit moment neemt overigens het aantal gevallen inderdaad
weer iets toe in Aziatische landen hetgeen komt door in- en terugreizigers,
zodat veel landen die een lockdown instellen ook hun landsgrenzen (moeten) sluiten.
Nederland lijkt de grenzen echter open te willen houden zonder mee te doen met
de wereldwijde poging het virus te elimineren. Ook hier manifesteert zich
wellicht het Westers individualisme: we trekken ons eigen plan waardoor juist
andere landen, die het virus hebben geëlimineerd door een strenge lockdown, voortdurend
waakzaam moeten blijven om het virus niet vanuit een ‘asociaal’ land als
Nederland, dat niet meedeed met het elimineren van het virus, te importeren.
De
democratische rechtstaat in oorlogstijd
Zoals
het fascisme een oorlogsideologie is, zo vereist het uitroepen van de
coronacrisis tot een oorlog tegen het virus tot (quasi-)fascistische en in
ieder geval militaire maatregelen. Het is duidelijk dat met name de landen met
een sterk individualisme (die dus een protestantse achtergrond hebben en sterk
op de rechtsstaat steunen) dat niet willen. Maar betekent dit dan niet dat deze
landen zich al bij voorbaat gewonnen geven in de strijd tegen het virus? Daar
lijkt het wel op als je Nederland hoort spreken over een ‘gecontroleerde
verspreiding’ zodat het doel slechts lijkt te zijn dat de bezetting van het
land door het virus niet te veel pijn doet. De fascisten meenden om die reden al
dat de liberale, individualistische landen hetzij weinig verzet zouden plegen bij
een invasie hetzij zich afzijdig zouden houden van de oorlog. Toch kwamen die
landen uiteindelijk wel in verzet en iets dergelijks zien we ook nu in de
strijd tegen SARS-CoV-2: de regering is terughoudend met maatregelen maar de
bevolking neemt zelf het initiatief dus de benodigde maatregelen (zoals scholen
en winkels zelf besluiten tot sluiting) waarbij de regering ook gevoelig is
voor druk van de publieke opinie en de specialisten zodat de regering inmiddels
alweer iets is opgeschoven van optie 2 naar optie 3.
In een liberale samenleving is het individu immers niet gebonden aan de gemeenschap waarin hij is geboren maar bindt hij zich vrijwillig (het ‘contract’) aan de ander. Wellicht speelt voor de regering ook mee dat er tijd nodig is om de Nederlandse bevolking en bedrijfsleven psychisch en fysiek voor te bereiden op een lockdown die onze ‘way of life’ tijdelijk vernietigt dan wel dat er moet worden gewacht op voldoende draagvlak voor zulke ingrijpende maatregelen, welk draagvlak pas zal ontstaan als de crisissituatie zo groot is geworden dat ze voor iedereen zichtbaar is geworden. In een democratie gaat besluitvorming moeizaam: volgens Machiavelli is democratie daarom aan te prijzen in vredestijd maar heb je een sterke leider nodig in een crisis of oorlog.
In een liberale samenleving is het individu immers niet gebonden aan de gemeenschap waarin hij is geboren maar bindt hij zich vrijwillig (het ‘contract’) aan de ander. Wellicht speelt voor de regering ook mee dat er tijd nodig is om de Nederlandse bevolking en bedrijfsleven psychisch en fysiek voor te bereiden op een lockdown die onze ‘way of life’ tijdelijk vernietigt dan wel dat er moet worden gewacht op voldoende draagvlak voor zulke ingrijpende maatregelen, welk draagvlak pas zal ontstaan als de crisissituatie zo groot is geworden dat ze voor iedereen zichtbaar is geworden. In een democratie gaat besluitvorming moeizaam: volgens Machiavelli is democratie daarom aan te prijzen in vredestijd maar heb je een sterke leider nodig in een crisis of oorlog.
Filosofie
van het leven
Bovenstaande
raakt de politiek-filosofische vraag naar de prioriteit van leven of vrijheid.
Je kunt ook zeggen dat de protestantse landen opnieuw de grote helden van de
oorlog zijn omdat zij bereid zijn wel miljoenen mensenlevens op te offeren om
de vrijheid te behouden (terwijl het autoritaire China het virus daadwerkelijk
verslaat). Menig filosoof acht vrijheid het wezen van de mens, al is het maar
omdat de mens zich onderscheidt van andere dieren doordat het zelfbewustzijn
heeft waardoor het z’n impulsen kan corrigeren (moraal), zodat onvrijheid de
menselijkheid vernietigt en het menselijk leven waardeloos maakt. Toch is er
juist in de Angelsaksische traditie een filosofische traditie – bv. Hobbes –
die zelfbehoud opvat als datgene waar alle organismen naar streven waarbij de
mens uitdrukkelijk als een dier wordt opgevat (doordat de Engelse filosofen zo een
vernederende waarheid onder ogen durven komen – zie ook Darwin en de reacties
op zijn werk – noemde Nietzsche hen ‘dappere dieren’). Onder meer Nietzsche
verzette zich daartegen: de natuur, inclusief de mens, streeft niet naar
zelfbehoud maar naar groei, overwinnen, rangschikken, betekenis geven (je wil opleggen; de
wereld en je leven als kunstwerk), transcendentie (jezelf overstijgen: de
Übermensch): de wil tot macht. In zekere zin zou de combinatie van Darwin – de survival of the fittest – en Nietzsche’s
wil tot macht voeding geven aan de fascistische ideologie in de vorm van een
eeuwige strijd om het bestaan waartoe de gehele bevolking moet worden
gemobiliseerd (totalitarisme). Wellicht
biedt de absurdistische filosofie van Camus een aantrekkelijke, wellicht als
katholiek te kenschetsen middenweg: we moeten ons berusten in het onbegrijpelijke
en het betekenisloze van het bestaan (‘Maar wat is de pest nu eigenlijk helemaal?
Het leven, niet meer’), hetgeen echter oproept tot solidariteit en een zeker
heroïsme om net als Sisyphus de steen telkens omhoog te rollen, wetende dat de
steen daarna weer omlaag zal vallen (iets dergelijks lijkt in ieder geval de
grondslag te zijn van het bejubelen van de zorgmedewerkers als helden die pogen
te redden wat er te redden valt, wetende dat velen zullen sterven). Deze
filosofie doet wat denken aan de fundamentele distinctie bij Schopenhauer en
Nietzsche: het leven is irrationeel en lijden (met bij Nietzsche een heroïsche acceptatie hiervan door middel van een amor fati en bij Schopenhauer een
solidaire ethiek van medelijden), maar de mens kan niet anders dan
te ordenen en betekenis te geven, ook al is die ordening onvermijdelijk tijdelijk.
Conclusie
Mede
doordat de mens steeds dieper is doorgedrongen in de natuur en evenwichten
heeft verstoord raast er momenteel een uitbraak van een nieuw, gevaarlijk virus
over de wereld waarop die wereld niet goed blijkt voorbereid. De moderne
maatschappij is echter mede gevormd door de reactie op epidemieën waarbij
autoritaire gemeenschappen makkelijker doorschakelen naar een oorlog tegen de
bedreiging in de vorm van een noodtoestand en lockdown (waarbij de gemeenschap
wordt gemobiliseerd voor het algemene of collectieve belang) dan liberale
samenlevingen die sterker hechten aan de individuele vrijheden en waar het
initiatief meer vanuit de bevolking zelf zal moeten komen. Daarbij
kan de pandemie als uitbraak van het leven zelf wellicht de huidige wereldorde
of maatschappelijke orde opnieuw verscheuren en aanleiding geven tot een nieuwe
orde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten