Velen
vatten de Europese weerzin tegen de islam op als een vorm van xenofobie of
racisme. Vaak zijn het zelfs (zelfverklaarde) intellectuelen die daarmee mijns
inziens hun intellectueel faillissement laten zien want deze ‘analyse’ is zo plat als een dubbeltje en onjuist bovendien. De
opvatting van islamofobie als xenofobie of racisme getuigt in feite van een
totaal gebrek aan analyse. Nu is er – in een soort Nietzscheaanse traditie –
wel een racistisch argument te maken dat weerzin tegen de islam het symptoom
van een heimelijke xenofobie of racisme is, maar dat argument vind je juist
weer nooit ergens terug. Ik zal dat argument hier ontwikkelen.
Deze
– zichzelf veelal progressief achtende – mensen baseren hun beschuldiging dat
weerzin tegen de islam een irrationele vreemdelingenhaat betreft op hun
historisch bewustzijn van de Holocaust, maar dat bewustzijn is inadequaat en
irrelevant: de nazi’s hadden helemaal geen hekel aan moslims of de islam, integendeel
juist: Hitler achtte de moslims (in wezen de Arabieren) de natuurlijke vrienden
en bondgenoten van Germanen en veel nazi’s achtten de islam – in navolging van
onder meer Nietzsche – superieur aan het christendom! De nazi’s zouden anno
2017 dan ook zeker aan de kant van de huidige ‘progressieve’,
‘antifascistische’ mensen staan om te demonstreren tegen Israël en tegen
islamofoben als Wilders in plaats van aan de kant van die islamofoben.
Bovendien is het altijd gehoorde argument ‘want vervang ‘islam’ door ‘Joden’’
om allerlei redenen ondeugdelijk en niet alleen omdat de redenen van de nazi’s om
de Joden te haten radicaal anders en zelfs tegengesteld zijn aan de redenen die
‘islamofoben’ hebben om de islam af te keuren: het is ook gewoon onzinnig om
leden van een ‘ras’ te vervangen door een religie of dader en slachtoffer te verwisselen en dan te denken dat je een
zinnige vergelijking overhoudt. Als je alles door alles mag vervangen, dan kun
je ook ‘Joden’ en ‘nazi’s’ door elkaar vervangen en dan hebben de Joden zes
miljoen nazi’s vermoord…
Een
adequater historisch bewustzijn en demonisering
Bij
een adequater historisch bewustzijn zou men dan eerder de huidige weerzin tegen
de islam vergelijken met de vroegere weerzin tegen het katholicisme die lang de
verhoudingen in Nederland heeft bepaald, welke vergelijking in veel opzichten
wel steekhoudt zoals qua de beschuldiging van ‘achterlijkheid’ (bv. het blijven
hangen in de middeleeuwen van de katholieke kerk omdat het zich verzette tegen
de modernistische revolutie van het protestantisme) en het wantrouwen qua
loyaliteit (gehoorzamen katholieken niet stiekem de paus in Rome in plaats van
de Nederlandse Staat en haar wetten?). Maar die veel sterkere en interessantere
vergelijking hoor je nooit: blijkbaar gaar het helemaal niet om een goede,
interessante historische vergelijking, dus om de inhoud, maar zoekt men slechts
de tegenstander – de ‘islamofoob’ – te demoniseren door hem als nazi en
daardoor als het ultieme kwaad af te beelden, ook al slaat de gemaakte vergelijking
nergens op.
Het
Europese trauma
Met
het katholicisme komen we ook tot de kern van de Europese ‘islamofobie’. Zoals
de VS zijn getraumatiseerd door het slavernijverleden, zo is Europa
getraumatiseerd door de (katholieke) kerk die eeuwenlang de Europese volkeren
heeft onderdrukt en geterroriseerd, al was het maar psychologisch door de
dreiging van het hellevuur en het taboe op vrije seksualiteit (zodat bv. zelfs
masturbatie als zondig werd onderdrukt). Niet voor niets is de strijd tegen de
kerk zo ongeveer het thema van alle moderne Europese literatuur en cultuur: van
de onderdrukking en trauma’s (van de werken van Voltaire tot onze grote romanschrijvers
en het misbruik in de kerk) naar de bevrijding (het atheïsme) tot de zingevende
leegte die de dood van God achterliet. Zoals in de VS extreem gevoelig wordt
gereageerd op elk zweem van racisme omdat racisme er wordt gezien als de
historisch-fundamentele onrechtvaardige onderdrukking, zo wordt in Europa
extreem gevoelig gereageerd op elk zweem van religie omdat religie hier wordt
gezien als de historisch-fundamentele onrechtvaardige onderdrukking (‘religie
is ontstaan toen de eerste oplichter de eerste idioot ontmoette’). Tot voor kort
werden beide continentale trauma’s ook niet uitgewisseld: dat maakt de typisch
Amerikaanse overgevoeligheid voor Zwarte Piet ook zo misplaatst in Europa en
omgekeerd zijn Amerikaanse sympathisanten van Wilders en andere islamofoben weer
marginale ‘freaks’ in de VS. Beide marginale groepen brengen een trauma van een
ander continent over en oogsten daarom vooral onbegrip. Wel zien we overigens
dat door een zekere globalisering en vrije uitwisseling van ideeën door middel
van het internet dat de marginale groepen wel steeds meer grond onder de voeten
krijgen: Trump was niet onsuccesvol in het kopiëren van de Europese islamofobie
van onder meer Wilders en omgekeerd krijgen de anti-Zwarte-Piet-activisten
steeds meer hun zin in Europa.
De
islam als de terugkeer van de religie in het publieke domein
Natuurlijk
ontvangt Europa ook veel meer moslims dan de VS en zijn die Europese
immigranten ook veel lager opgeleid en conservatiever/religieuzer dan de vooral
hoogopgeleide, kosmopolitische moslims die met het vliegtuig en een green card de
VS bereikten, zodat daarom al de moslimimmigratie in Europa als een veel
grotere bedreiging wordt gezien als in de VS. Maar er is dus ook een
belangrijke culturele dimensie: de Europeanen hebben eeuwenlang met bloed en
tranen gestreden tegen de macht en onderdrukking door de kerk en willen al dat
werk niet tevergeefs laten zijn door nu alsnog de islam binnen te laten die nog
tien keer hardvochtiger, intoleranter en onderdrukkender is dan het
christendom. De islam is ook nog niet tot de privésfeer teruggedrongen zoals
het christendom onder invloed van het protestantisme (gewetensvrijheid) dat wel
is waarbij het christendom ook zichzelf kon terugtrekken naar de privésfeer omdat
ook Jezus al de scheiding tussen kerk en staat leerde (‘geef de Heer wat de
Heer toekomt en de keizer wat de keizer toekomt’; ‘mijn Koninkrijk is niet van
deze wereld’). Het christendom is inherent seculier terwijl de kern van de
islam nu juist is dat Allah’s wetten ook zeker voor deze wereld zijn (de sharia is
bovenal een omvattende juridische ordening van alle aspecten van het Aardse
leven).
De
onderdrukking door religie
Sowieso
is religie in de kern mijns inziens het geloof in het transcendente (‘er is een
hogere macht en bewustzijn dan die we in de wereld aantreffen en die de wereld
fundeert en bestiert’) en/of immanente eenheid (‘alles hangt samen met alles;
alles wordt in alles weerspiegeld’). Religie is aldus de ontkenning van het
individu of überhaupt de mens als degene die het laatste woord heeft en die meester
over zichzelf is: niet de mens is de maat van alle dingen (Protagoras) maar God
is de maat van alle dingen (Plato). Of zoals Sartre vanuit zijn
getraumatiseerde Europese denken betoogde: als God bestaat, is vrijheid
onmogelijk. Dat maakt het liberale of atheïstische argument dat gelovigen hun
regels niet aan niet-gelovigen mogen opleggen aan dovenmansoren gericht (het
hele idee van religie is immers dat je die individuele vrijheid afwijst) en
daarom is religie zo ‘onderdrukkend’. Religie is uiteindelijk een bedreiging
voor democratie en rechtsstaat en het hele bouwsel van de moderne beschaving.
De
zuivere weerzin tegen religie en de paradox van het christendom
De
paradox van het christendom is dat het een antireligieuze religie is die aldus
de weg naar de Westers-moderne secularisering, individuele autonomie, atheïsme,
democratie en rechtsstaat niet alleen mogelijk maakte maar in wezen al behelsde.
Atheïsten zijn in het Westen eigenlijk een subcategorie van de bredere categorie
christenen. Christenen en atheïsten zijn in ieder geval zeer goed in staat
elkaar te tolereren omdat zij als cultuur-christenen in wezen dezelfde waarden
delen waaronder die van tolerantie en het onvervreemdbare respect dat elk
individueel mens toekomt (zelfs als dat mens de verschrikkelijkste misdaden
pleegt verdient hij aldus een menswaardige behandeling en zelfs een tweede kans
vanuit het christelijke geloof dat een mens herboren kan worden). De islam is
veel meer een klassieke religie die onder meer Gods transcendentie hoog houdt
tegenover de christelijke afgoderij (de afdaling van God naar de mensen in de
vorm van zijn Zoon). De weerzin van veel Europeanen tegen de islam is dan ook
vooral de zuivere weerzin tegen religie als zodanig die alle moderne waarden
bedreigt, onderbouwd met de bloedige Europese geschiedenis. Het getuigt van een
zeer pover historisch bewustzijn om dit te negeren en islamofobie als vorm van
vreemdelingenhaat te zien: het is veeleer de Europese haat jegens de eigen
geschiedenis. In de beroemde woorden van Voltaire: “Écraser l'infâme!”
De
post-rationalistische lust tot ontmaskering
De
duidelijke liefde van veel mensen om critici van de islam te ontmaskeren als bv.
racisten of 'islamofoben' (welke curieuze term reeds een pathologie impliceert en aan de Sovjet-Unie doet denken die critici als 'geesteszieken' opsloot) heeft overigens ook een rijke Europese geschiedenis. De typisch
moderne lust tot ontmaskering komt me als post-rationalistisch voor: men
ondermijnt op rationele wijze door te speculeren over drijfveren die de persoon
in kwestie zich niet eens bewust hoeft te zijn. In de 19de eeuw werd
dit een hobby van velen in Europa waaronder grote denkers als Marx en Nietzsche
(en Freud gaf het zelfs een (pseudo-)wetenschappelijke basis met zijn leer over
het onbewuste). En voor de progressieve mensen die niets liever doen dan
Wilders en andere politieke tegenstanders ‘ontmaskeren’ is het een bittere
ironie dat juist die ontmaskeringslust eerder de nazi’s tot hun antisemitisme
voerde omdat Joden bij uitstek maskers zouden dragen: zie http://gebandvanjoop.blogspot.nl/2015/12/tegen-de-linkse-geschiedvervalsing-met.html.
Het doet er bij de ontmaskering ook niet toe of de aangesproken persoon zich
herkent in de beschuldiging als bv. van racisme: de aanklager ‘weet’ dat er
racisme schuilgaat onder de weerzin tegen de islam of de liefde voor Zwarte
Piet, zoals ook de psychiater de zielenroerselen van zijn patiënt beter
doorgrondt dan de patiënt zelf. Na de mondigheid van de Verlichting wordt de
burger zo weer onmondig gemaakt door het (wetenschappelijke) beroep op
onbewuste motieven bij de burger en kan de beschuldigde zich niet eens verweren
tegen de aanklacht (hij is zijn motieven immers niet bewust dus zijn ontkenning
ervan heeft geen waarde) hetgeen ook precies de bedoeling lijkt te zijn.
De
waarheid van ontmaskering
Toch
is niet elke ontmaskering onwaar of ongeloofwaardig: het hangt uiteraard van de
onderbouwing af of het geloofwaardig is. De ontmaskering van de islamofoob als
racist met slechts een verwijzing naar de Holocaust als onderbouwing komt me
ongeloofwaardig want zelfs onzinnig over, zoals ik hierboven heb geprobeerd
bondig te schetsen: de islamofobie heeft veel meer wortelen in de eigen geschiedenis
dan in angst voor een vreemde cultuur. Maar nader beschouwd zit er misschien toch
waarheid in de ontmaskering van de islamofoob als racist; alleen vergt dat een
wat serieuzere of geloofwaardigere analyse dan wat we plegen te horen en moet
die mijns inziens worden gezocht in wat ik hier al betoogde over het verschil
tussen de islam en het christendom. Hoe zeer de atheïsten en anderen in Europa
ook het christendom haten vanwege de al aangestipte onderdrukking door de kerk in
het verleden (en in ‘progressieve’ kring is men nog altijd erop gebrand om de
kerk dan wel de paus aan te vallen zodra de gelegenheid zich voordoet), er is
ook een – veelal onderontwikkeld – bewustzijn dat de moderne vrijheid en
secularisering een product van datzelfde christendom is dus dat we allen,
inclusief de atheïsten en kerkverlaters, nog steeds cultuur-christenen zijn.
Zeker bij dat bewustzijn keert de haat zich om: niet het christendom is dan de
vijand en de islam onze cruciale bondgenoot (zoals veel ‘progressieve’ mensen
dit in navolging van de nazi’s lijken te zien), maar is het christendom juist
onze bondgenoot voor het behoud van de moderne vrijheden in de strijd tegen de
onderdrukkende islam welke laatste religie door de progressieve elite
ogenschijnlijk zelfs enthousiast wordt binnengelaten om de Europese cultuur van
binnenuit te vernietigen vanuit een ideologie van multiculturalisme.
Een
racistisch-darwinistische benadering
In
eerste instantie is deze islamofobie niet racistisch omdat de islam hierbij
wordt opgevat als simpelweg de terugkeer van de religie en haar onderdrukking
zoals we die vroeger hadden in de vorm van de (katholieke) kerk, maar in tweede
instantie is het een vorm van racisme in de zin dat hierbij moet worden erkend
dat ‘onze’ christelijke cultuur van Europa die onder meer de mensenrechten en
de moderne democratische rechtsstaat heeft voortgebracht superieur is aan de
islam die diezelfde waarden en instituties juist lijkt te blokkeren.
Uiteindelijk is dan zelfs de ‘Germaanse’ cultuur superieur te achten aan zowel de
Arabische als de Zuid-Europese Latijnse cultuur omdat eerst de Germaanse
cultuur het christendom heeft bevrijd van haar Romeinse, nog sterk klassieke en
hiërarchische, vorm om het tot de protestantse, sterk seculiere en
individualistische motor van de moderniteit te maken. In ieder geval is zij
hier in Noord-Europa superieur: de rechtgeaarde racist die zich op het
darwinisme beroept, ziet immers de verschillende rassen niet (per se) als
ongelijkwaardig maar als ongelijk en slechts aangepast aan haar eigen
territorium waar het dan ook dient te blijven. Zo paste het Romeinse
christendom met onder meer zijn kerkelijke hiërarchie, priesterlijke bemiddeling
tussen gelovige en God en de Roomse rijkdom, decadentie en ‘hypocrisie’ niet in
de Germaanse egalitaire, sobere en piëtische cultuur die was ontstaan op een
hardvochtiger noordelijk klimaat en landschap, zodat het christendom eerst moest
worden hervormd alvorens het vruchtbaar wortel kon schieten in noordelijk Europa.
De islam vertoont op zijn beurt ook hardvochtige trekken als ontstaan in een
hardvochtig Arabisch woestijnklimaat, maar tegelijkertijd staat dat
woestijnklimaat mijlenver van die van Noord-Europa: de islam ‘past’ niet bij
Europa (en de zich aan ons aanpassende, ‘protestantse’ vorm van islam levert
vooralsnog vooral Islamitische Staat en ander anti-Westers jihadisme op alsmede een totalitaire hardvochtigheid die aan nazisme en communisme doen denken).
Racistisch beschouwd is de islam wellicht de juiste religie voor met name de
woestijn maar is het in Europa slechts een exoot/onkruid die hier de
christelijk-humanistische dus inheemse gewassen aantast en bedreigt.
Het
fascisme als mediterrane contrarevolutie
Zoals
men kan betogen dat de Noord-Europese variant van het christendom de moderne
rechtsstaat – en daarmee Hegels einde van de geschiedenis als de realisering
van de vrijheid van allen – heeft voortgebracht, zo lijkt het fascisme een
typisch product van het katholieke mediterrane Europa in reactie op die protestantse
moderniteit, zeg maar een soort Zuid-Europese contrarevolutie tegen de Noord-Europese
liberale revolutie. Dat verklaart ook waarom vrijwel uitsluitend Zuid-Europese landen
en in het verlengde daarvan ook Latijns-Amerikaanse landen zeer lang en
hardnekkig fascistische regimes hebben voortgebracht. Mussolini benadrukte als
grondlegger van het fascisme ook de innige band met het katholicisme, welke
relatie door hem min of meer wordt gepresenteerd als een eenheid van lichaam
(fascisme) en ziel (katholieke kerk). Als de PVV fascistisch zou zijn (en in
mijn analyse heeft de PVV zeker fascistische trekken maar ontbeert het als
post-ideologische anti-immigratiebeweging bovenal de ideologie van het fascisme
als coherent omvattend verhaal: http://gebandvanjoop.blogspot.nl/2016/06/het-fascisme-van-de-pvv.html),
dan is de PVV in die zin niet xenofoob maar xenofiel omdat het zich dan een
mediterrane en dus on-Nederlandse cultuur omarmt: ongetwijfeld vormt hier de
katholieke achtergrond van de Limburger Wilders de verbinding.
De
paradox van het liberalisme
Tegelijkertijd
is de PVV ook duidelijk Hollands in zijn liberale trekken: uiteindelijk kent de
Nederlandse politiek geen echte extreme partijen – noch een echte fascistische
of zelfs echte socialistische partij – maar is er vooral verdeeldheid over de
juiste interpretatie van het liberalisme als laatste overgebleven ideologie en einde
van de geschiedenis. De paradox van het liberalisme is immers dat zijn
subjectivisme en gelijkwaardigheid van alle mensen en opvattingen, zodat
slechts het debat en de democratische stembusgang de strijd der meningen kan en
mag beslissen (wie de meeste burgers kan overtuigen dat hij de beste plannen
heeft mag die plannen vier jaar in de praktijk brengen zodat ‘waarheid’ in het
liberalisme geen rol speelt), het eigen liberale denken en systeem nauwelijks
als waar of superieur kan poneren en zeker niet kan opleggen. In het
liberalisme mogen mensen ook antiliberale opvattingen hebben en ernaar streven
de rechtsstaat omver te werpen. In die zin is het liberalisme vanuit zijn
morele superioriteit tegelijk politiek krachteloos en weerloos (en een liberale
partij als D66 ‘kleurloos’, anders dan als moreel keffertje tegen Wilders)
zoals ook het christendom vanwege zijn liefde voor zelfs de vijand zowel
superieur als weerloos is: zolang de arbeider vrijwillig zijn uitbuitend contract
met de kapitalist tekent acht de liberaal zich niet bevoegd om in te grijpen en
zo ook kan de liberaal vanuit zijn ideologie geen immigratie van antiliberalen stoppen,
zelfs niet als die immigratie zal leiden tot de vernietiging van de rechtsstaat
als nota bene het juweel van het liberalisme. De liberaal kan slechts hopen
(maar hij is daarvoor ook een optimist!) dat ook antiliberalen zullen inzien
dat de rechtsstaat in stand moet worden gehouden zodat bv. de moslim zich
realiseert dat zoals hij het fijn vindt dat hij volgens de rechtsstaat de islam
mag belijden de homo het ook fijn vindt als die zijn homoseksualiteit mag ontplooien
zodat de rechtsstaat niet alleen voor de moslim maar ook voor de homo moet
gelden.
De
omgekeerde paradox van het liberalisme
Maar
mogelijk is dit naïef en te optimistisch gedacht van de liberaal: ik gaf
hierboven al aan dat zo’n rechtsstatelijk beginsel dat de individuele vrijheden
garandeert in strijd is met de klassieke vorm van religie zoals de islam. Zoals
het (antiliberale) socialisme wellicht nodig was om de uitbuiting van de
arbeider te stoppen, omdat het liberalisme daarin machteloos was, zo zijn antiliberale
partijen als de PVV wellicht nodig om de mogelijk sluipende ondermijning van de
rechtsstaat door de moslimimmigratie te stoppen en de liberale beginselen zoals
de gelijkheid van man en vrouw in stand te houden. Hier keert de liberale
paradox zich om: precies omdat het liberalisme te tolerant is om zichzelf tegen
haar eigen ondermijning te kunnen verdedigen (dat wil zeggen waar de
overtuigingskracht van woorden te kort schiet maar precies met betrekking tot
aanhangers van een religie schiet dat liberale beroep op de rede wellicht per
definitie te kort), zijn antiliberale maatregelen nodig om nota bene de
liberale beginselen – als verworvenheid van het Westen die haar ook definieert –
hoog te houden (in wezen zoals ook de verzorgingsstaat in zware tijden moet worden beperkt om 'm te kunnen behouden). Hayek beschreef de oorspronkelijke fascisten als teleurgestelde socialisten, maar
als bewegingen als de PVV fascistisch zijn dan zou ik deze hedendaagse fascisten liever willen
beschrijven als teleurgestelde, pessimistisch ingestelde liberalen.
Conclusie
Geen opmerkingen:
Een reactie posten