Inleiding
Volgens de 19de eeuwse filosofen
als Kant en Hegel – al verbind en simplificeer ik hier uiteraard wel hun
opvattingen – is in wezen alle kunst ofwel klassiek, welke kunst typisch heidens
is, ofwel romantisch, welke kunst typisch christelijk is. Volgens Hegel vormde
de klassieke kunst het hoogtepunt van de kunstontwikkeling omdat zij het
artistieke ideaal van eenheid van lichaam en geest (of object en subject) volmaakt
realiseerde en is de romantische kunst die er (als een soort antithese) op
volgde en die al in de middeleeuwen zou zijn ontstaan, het natuurlijke einde
van de kunst omdat hier – onder invloed van het christendom – de geest het
lichaam heeft overwonnen en zij daarmee de (artistieke) vrijheid volledig heeft
gerealiseerd, resulterend in onder meer fantasie en poëzie als ultieme
uitdrukking. Op de romantische kunst kan er nog slechts de uitdrukking van het
geestelijke in haar eigen vorm dus in de vorm van de gedachte – de filosofie – volgen, zodat daarmee de
zelfontwikkeling van de geest in een zuiver zelfbewustzijn is voltooid omdat
het dan niet meer de omweg van haar uitdrukking in het lichamelijke dus het
externe, dat de kunst kenmerkt, nodig heeft. Maar na de Romantiek is de kunst
natuurlijk niet opgehouden te bestaan en zich te ontwikkelen. Evengoed denk ik
dat Hegel gelijk heeft: wat wij ‘moderne’ kunst noemen is in wezen slechts de verdere
ontplooiing van de Romantiek (en dus van het christendom in de kunst). Eerst
zal ik een uiteenzetting geven van wat klassiek en romantisch van elkaar
onderscheiden – waarbij ik hen aan Kants esthetische categorieën van het schone
vs. het sublieme verbind – en daarna zal ik de belangrijkste moderne
kunststromingen kort beschouwen.
Klassiek versus romantisch
Klassieke kunst is gebaseerd op het
wereldbeeld van de oude Grieken waarin de rede over de emoties moet heersen met
een opvatting van eenheid en eenvoud omdat zijn en denken – in de kunst met
name ook het lichamelijke en het geestelijke – samenvallen: alleen wat meetbaar
is dus het afgemetene is werkelijk (hetgeen bij Hegel nog terugkeert als: “de
werkelijkheid is redelijk en het redelijke is werkelijk”); het oneindige is daarentegen
een redeloze afgrond – een verval in de leegte van het niet (meer) zijn – waarvan
je weg moet blijven (zodat bv. de ontdekking dat √2 irrationaal is een diepe
schok voor de pythagoreërs was). In de kunst manifesteert zich dit als een
streven naar volmaakte verhoudingen, naar harmonie en een leidende rol voor de
rede. Romantiek is de tendens naar het tegendeel: de emoties krijgen de
overhand en daarmee glijdt het eindige en afgemetene af naar het oneindige en
onmeet- en onpeilbare. Ik denk dat dit verschil in wezen overeenkomt met wat Kant
beschrijft als het schone versus het sublieme: de klassieke kunst streeft naar
het schone, dus naar de ordening van het waargenomene overeenkomstig de
verstandscategorieën, welke ordening we daardoor aangenaam want ultiem
begrijpelijk vinden, terwijl de romantische kunst streeft naar het sublieme,
dus naar de overweldiging door wat onvatbaar en onbegrijpelijk is omdat het de
verstandscategorieën overstijgt. Het sublieme boezemt ons angst maar ook ontzag
in (en Kant dacht daarbij vooral aan de natuur zoals de storm die ook een
populair object van romantische kunstschilders is). Romantische kunst is daarom
ook dynamisch en ‘extreem’: het is wisselend heel zacht of heel hard, heel
lieflijk of heel gewelddadig, want het is ‘redeloos’ en kan dus geen maat
houden (en in de muziek hebben romantici ook een liefde voor de dissonant die vervolgens natuurlijkerwijs evolueert naar de 'moderne', a-tonale muziek als zij niet meer wordt opgelost om de spanning vast te houden). Nietzsche omschreef romantici daarom wel als zenuwgestoorden: zowel
overgevoelig als zo afgestompt dat alleen het grootste geweld nog kan prikkelen.
In de filosofie (van Rousseau tot Kierkegaard en Schopenhauer) en de kunst zien
we ook dat de Romantiek een liefde koestert voor mystiek – het verlangen naar
het oneindige en het onbegrijpelijke – en de paradox die zich slechts laat
oplossen in de sublieme eenheid waarin tegenstellingen samenvallen (tegen het
verstand waarvoor het beginsel van non-contradictie geldt), voor de natuur en
authenticiteit (tegen de beschaving en de gekunsteldheid), voor het
onburgerlijke genie en het individualisme (tegen de oppervlakkige, burgerlijke
massa) en voor religie en geschiedenis (tegen wetenschap, technologie en
vooruitgangsgeloof die uitingen zijn van menselijke overmoed en van irreële
abstractie) welke aspecten uiteraard allemaal met elkaar samenhangen.
Het christelijke van de romantiek
Hegel beschreef de romantiek naar
mijn mening terecht als typisch christelijk: waar de oude Grieken de kunst naar
zijn hoogtepunt brachten als volmaakte harmonie van rede en lichaam maar
religie nog slechts geheel in dat teken van de esthetisering en dus vervolmaking
van de werkelijkheid opvatten, resulterend in een kunstreligie met onder meer goden
als volmaakte dus onvergankelijke oftewel onsterfelijke mensen (hetgeen Nietzsche
nieuw leven wilde inblazen: religie als (levens)kunst), brachten de christenen
religie naar haar ware bestemming, namelijk het transcendente dus sublieme die
omgekeerd de romantische kunst voortbracht (voor Kant vormde de sublieme
ervaring de basis voor het morele gevoel waardoor de innerlijke, morele wet ons
ontzag inboezemt). Overigens, moderne kunst is natuurlijk ook de kunst toen
velen niet meer geloofden (veel moderne kunstenaars zijn atheïsten) en Hegel
meende ook dat het lot van de romantiek en daarmee de laatste kunstvorm is
bezegeld door de secularisering die aan filosofie en wetenschap de rol van
waarheidsdragers geeft. Veel moderne kunst lijkt ook de dood van God en daarmee
zaken als leegte en zinloosheid als thema te hebben in plaats van dat de kunst
zoals ook religie ons juist betekenis aan de wereld en het leven verschaft,
maar dit lijkt me evengoed in lijn met het christendom die immers zelf de
secularisering heeft voortgebracht door de religieuze riten af te schaffen en
elk individu als het ware op te dragen het goddelijke in zichzelf te zoeken:
alle moderne kunst getuigt in feite van die zoektocht en die persoonlijke
zingeving, resulterend in onder meer een wildgroei van avantgarde-bewegingen die
elk hun eigen (metafysische) waarheid claimen met uiteindelijk een postmoderne
reflectie op de kunst en haar relatie met haar publiek en de wereld. Nietzsche,
die het moderne subjectivisme radicaliseerde tot een perspectivisme met niets
meer achter het perspectief (alles is interpretatie en er zijn geen feiten
achter die interpretatie; het genie schept zijn eigen waarheid), lijkt zo de
filosoof van de moderne avantgarde-kunst alsmede het postmodernisme te kunnen
worden genoemd.
Reacties op de romantiek:
naturalisme, symbolisme en decadentie
Als we nu de belangrijkste
kunststromingen na de romantiek beschouwen, dan zien we dat zij eigenlijk alle
slechts een doorwerking van de romantiek laten zien, ook al is tegelijkertijd
elke stroming vaak weer (deels) een reactie – een antithese zo u wilt – op de vorige.
Zo kwamen na de romantiek de stromingen van het naturalisme, het symbolisme en de
decadentie in zwang. Het naturalisme of realisme was een reactie op de
romantiek en wilde tegenover de romantische gerichtheid op het sublieme en het
ideaal (zoals mystiek en heldendaden in het verleden) het echte, gewone leven
van de zwoegende boer of arbeider tonen. In feite is het naturalisme het
filosofisch-artistieke equivalent van de empirische wetenschap. Maar als
zodanig is het naturalisme typisch modern en tegengesteld aan de klassieke
kunst en filosofie: waar de klassieke kunst de werkelijkheid idealiseert door
haar te vervolmaken (zie bv. ook Plato’s Ideeën), wijst het naturalisme dat
idealisme uitdrukkelijk af. De klassieke eenheid van zijn en denken wordt doorgesneden.
In reactie op het naturalisme kwam het symbolisme dat weer lijkt op de
romantiek, maar die de romantische gerichtheid op het sublieme en het ideaal
transformeert tot een meer wereldse variant: zij richt zich op dromen, seksuele
taboes en andere manifestaties van het (verdrongen) onderbewuste. De
romantisch-christelijke inkering van de geest in zichzelf krijgt zo een meer
empirisch-seculier karakter. Verwant aan het symbolisme is de decadentie die in
contrast met de romantiek de natuur c.q. het natuurlijke afwijst en juist het
gekunstelde omarmt. Het morbide karakter van decadente kunst is in zekere zin
weer verwant aan het realisme: het wil het verval en het zieke tonen – de
lelijke werkelijkheid – in plaats van de werkelijkheid te verheffen tot het
schone. En uiteraard is dit ook allemaal typisch christelijk: het christendom
wil medelijden of zorg voor de gewone, zwoegende man in de eindeloze grauwheid
van het bestaan (naturalisme), heeft een biechtcultuur waarin we onze verborgen
lusten en dromen openbaar moeten maken met het waarneembare als symbool voor
het transcendente (symbolisme) en is doordrenkt van het besef van lijden en
vergankelijkheid (decadentie).
Het begin van de moderne kunst:
impressionisme, pointillisme en fauvisme
Meestal laat men de moderne kunst
beginnen met het impressionisme. Kenmerkend voor het impressionisme is dat het de
onmiddellijke subjectieve ervaring van de waarneming wil uitdrukken in plaats
van het waargenomen object realistisch af te beelden. Hierdoor wordt kleur
belangrijker dan lijnen en wordt vooral de beweging en het perspectief
weergegeven. Door zo kunst geheel subjectivistisch te maken is het
impressionisme geheel modern: het modernisme is immers in wezen niets anders
dan subjectivisme waarin Descartes’ ego
het subject dus drager van de wereld is geworden. De geest is in zichzelf
gekeerd en ziet slechts zichzelf: als ik een boom zie dan kan ik slechts zeker
zijn van mijn idee van die boom maar niet van de boom zelf. In Kants woorden:
we hebben geen toegang meer tot het Ding-op-zichzelf maar slechts tot het ding
zoals het aan ons verschijnt. Je zou ook kunnen zeggen dat de impressionisten
de ware zintuiglijke werkelijkheid afbeelden voordat de aanschouwingsvormen de zintuiglijke
indrukken tot objecten synthetiseert en het verstand die objecten tot
begrijpelijke verbanden verbindt. Opnieuw zien we zo een gerichtheid op de
direct waargenomen werkelijkheid (‘waarneming’ in de letterlijke zin van het
woord) zonder deze te idealiseren. En in samenhang hiermee toonden ook de
impressionisten een voorliefde voor het afbeelden van gewone, ordinaire
objecten en taferelen. Het pointillisme en fauvisme gaan op deze weg verder: het
pointillisme brengt het impressionisme in technisch opzicht tot haar uiterste
vorm (er zijn nog slechts kleurstipjes bij wijze van inkomende lichtstralen die
door het brein automatisch worden verbonden tot patronen) en het fauvisme
bracht het impressionisme tot haar uiterste vorm door zich geheel op het
gebruik van felle, onvermengde kleuren te richten waarbij de stippen
kleurvlakken worden. Tussen haakjes: wat menigeen direct zal opvallen als
verschil tussen de oude meesters van bv. de 17de eeuw en de moderne kunst is
dat de werken van de oude meesters zo donker zijn (hier wordt het spel met
licht subtiel gespeeld door bv. een gezicht te laten opdoemen uit de duisternis
zoals bij Rembrandt) terwijl moderne werken veelal een en al licht zijn. De
geest beschouwt nu immers alleen nog zichzelf: de christelijke inkering is
voltooid.
De moderne kunst: expressionisme,
kubisme, futurisme, abstracte kunst, dadaïsme, surrealisme, conceptuele kunst
Het expressionisme is weer een
voortzetting van het fauvisme met zijn voorkeur voor felle kleuren en brede
vegen. De term ‘fauvisme’ is afgeleid van ‘fauves’ hetgeen ‘wilde beesten’ betekent
en het expressionisme is eveneens vaak geassocieerd met ‘wilden’ (zoals het
latere Cobra en de Nieuwe Wilden). In feite voert het expressionisme het
moderne subjectivisme tot haar eindpunt: het afgebeelde is nog slechts de
uitdrukking van de beleving van de kunstenaar zonder nog een directe relatie
met de ‘objectieve’ wereld en is zo pure spontaniteit en emotie (hetgeen de
stijl wilder dan die van het fauvisme maakt). Dit maakte ook de weg vrij naar
het abstracte expressionisme dat elk figuratieve losliet. Het kunstobject is zo
volledig de uitdrukking van het subject geworden. Ook het kubisme is een
‘neo-primitivisme’ (de kubisten werden ook geïnspireerd door primitieve kunst) en
verwant aan het impressionisme en fauvisme doordat het opnieuw het object
afbeeldt in de vorm van kleurvlakken maar nu met de verschillende subjectieve
perspectieven bijeen gebracht waardoor het subject zelf lijkt te bewegen dan
wel het object wordt afgebeeld vanuit verschillende posities en momenten (deze
‘vervorming’ van de werkelijkheid zou weer het expressionisme beïnvloeden). Het
kubisme reconstrueert als het ware het object vanuit de stroom van beelden in
het bewustzijn van het subject. Zo is ook het kubisme typisch subjectivistisch
maar suggereert het door zijn constructivisme, geometrische lijnen en donkere
kleuren ook een metafysica dus opvatting over de werkelijkheid. Het
constructivisme en De Stijl borduurden hierop voort en deze kunst is vooral nog
abstracter en metafysischer dan het kubisme. Het futurisme is vergelijkbaar met
het kubisme maar benadrukt zijn modernisme met zijn liefde voor snelheid,
opwinding en de vernietiging van al het oude. Het kubisme inspireerde ook het nihilistische
dadaïsme dat in reactie op de Eerste Wereldoorlog alle conventies, beschaving en
kunst wilde ondermijnen en zo maximale artistieke vrijheid realiseerde. Dada
kan zo een voorloper van het postmodernisme worden genoemd en ten slotte liep
zij over in het eveneens anti-rationalistische surrealisme dat eveneens totale
vrijheid en revolutie zocht en verwarring stichtte door een veelal realistisch,
figuratief afbeelden te koppelen aan een ‘automatisch’ schilderen waarin het onderbewuste
en het procesmatige een belangrijke rol speelt. Het surrealisme wil zo
Schellings opvatting van kunst als het absolute realiseren waarin de
tegenstelling tussen droom en realiteit, subject en object, vrijheid en
noodzaak is opgeheven. In de conceptuele kunst staat het concept voorop, zodat hier
de door Hegel voorspelde overgang van de kunst naar de filosofie lijkt te
worden voltrokken – met in het postmodernisme een voortzetting van de bij het dadaïsme
en het conceptualisme belangrijk geworden zelfreflectie (dus met name ook een
reflectie op de kunst zelf) en de ‘anything goes’-vrijheid.
Conclusie
We hebben zo gezien dat alle kunst
na de romantiek de wezenkenmerken van die romantiek herhalen en haar ‘simpelweg’
tot haar uiterste hebben doorgevoerd: de moderne kunst idealiseert niet meer de
werkelijkheid zoals bij de klassiek kunst maar heeft een voorkeur voor het
tonen van de lelijkheid van de wereld (‘moderne kunst is lelijke kunst’)
waarbij het subject in zichzelf keert en daarom zichzelf toont – zijn
indrukken, emoties en subjectieve waarneming of ervaring van de wereld -,
resulterend in totale artistieke vrijheid door middel van het omarmen van antirationaliteit,
spontaniteit, onbewust of automatisch schilderen en een bewust breken van alle
conventies (moderne kunst shockeert – dat is het sublieme – en wil niets minder
dan revolutie). Met het subjectivisme wordt het figuratieve losgelaten en in
contemplatie van zichzelf schept de artistieke geest zijn rationele metafysica
in abstracte kleurvlakken en geometrische vormen die aldus zijn originele
waarheid is. Net als de romantici keren de modernisten zich af van de
beschaving, de rede en de massa: zij zoeken de authenticiteit in primitieve,
wilde kunst en de waarheid in irrationaliteit en eigen, originele
scheppingskracht. Uiteindelijk lost de moderne dus romantische kunst zichzelf
op in het concept en zelfreflectie waarmee de geest zich van haar materiële uitdrukking
of vorm bevrijdt waardoor haar zelfontplooiing is voltooid.
Een off topic reaktie, Off topic wat betreft dit onderwerp, maar niet wat betref de site:
BeantwoordenVerwijderenWat ik mis op dit blog is een ´metadiscussie´ over Joop.nl
Wat is het mechanisme achter de keuze van hun onderwerpen (gaan ze vanaf oktober weeer over zwarte piet beginnen?), hun moderatie en het bannen van reageerders?
Die discussie is ook over de Volkskrant en the Guardian gevoerd: afgelopen zomer is de Volkskrantsite veranderd en duldt nu nauwelijks tegenspraak, the Guardian heeft na het schandaal met de vernietigde harddisks ivm Assange en Greenwald een deal met Soros (´the new east network´) gemaakt en is een beetje neocon geworden: Op betreffende onderwerpen worden intelligente commentaren daar vaak gecensureerd, terwijl typische trollreakties wel worden doorgelaten. De slimmere reageerders krijgen af en toe een bloc of precensuur (waarbij hun commentaren verdrinken in de oceaan van soms meer dan 2000 reacties).
Het mooie van the Guardian is dat ze hierover nog een beetje transparant zijn. De Volkskrant door hun botte verandering ook. Wat er achter de schermen van joop.nl zit blijft voor mij vaak raden.
Als ADHDer reageer ik soms te snel, en haal er wel eens dingen bij die volgens de moderatie mogelijk off topic zijn. Dat dit af en toe niet verschijnt is begrijpelijk. Wel is het enorm frustrerend als je een origineel punt hebt gevonden (zo heel vaak gebeurt dat nu ook weer niet), en je vergeet te kopiëren en het is weg.
Er zijn korte perioden geweest dat er heel veel niet geplaatst werd, meestal na een brief werd er vergaderd en het was weer OK.
In zeker een moderatieploeg zit een radicale feministe, want op sommige dagdelen is geen enkele kritiek wat betreft dit onderwerp getolereerd.
Maar sommige reageerders zie je opeens niet meer, zoals de cryptische Evert van Vliet ca 2 jaar geleden, en momenteel veel uitstekende en zeer onderlegde reageerders in het ´fellow ravellers´ kamp, wat betreft Rusland en Oekraïne. Ik lijk wel de enige van de oude garde overgebleven, er zijn enkele goede nieuwe bijgekomen, gelukkig maar, want ik spreek geen Russisch.
Die meta onderwerpen maken een site als deze aantrekkelijk voor jopers, net als de site ´offguardian´ voor grauniads. De enige plaats waar ik een weinig metadiscussie zie is af en toe op het blog van http://harryvanbommel.sp.nl/weblog/ en soms op http://thesaker.is/latest-articles/ , die laatste ook over the Guardian af en toe.
Maar slechts over deelonderwerpen, want niet iedereen is geneigd naar deze sites te gaan. Er zullen er aan de rechterkant ook wel een of 2 zijn.
Bij een blog ´geband van Joop´ verwacht men een permanent debat over dit soort zaken denk ik, en dit zou het aantal lezers/ reageerders in de loop der tijd flink kunnen doen toenemen.
Hallo Rootman,
BeantwoordenVerwijderenHet is niet mijn bedoeling geweest om van deze blog een meta-Joop-blog te maken: zo veel aandacht voor Joop.nl als zodanig vind ik veel te veel eer voor zo’n dwaze, radicaal-linkse en antisemitische blog. De directe aanleiding voor mijn blog was wel de ban door Joop, maar mijn intentie met mijn blog is veel breder: ik wil alle bekrompenheid bestrijden en daarbij zelfs evengoed rechts als links aanvallen. Joop.nl is voor mij vooral een geschikte prikkel te kunnen schrijven: bij sommige dingen die ik op een blog als Joop lees, heb ik in een mum van tijd een tegenartikel gemaakt (want tegen zo’n onzin als je op Joop leest is het makkelijk het correcte verhaal te poneren) en aangezien ik sowieso weinig tijd heb voor deze blog is het wel prettig om makkelijk en snel artikelen te kunnen publiceren. Joop.nl is aldus een inspiratiebron, maar mijn belangstelling is breder dan Joop en ik schrijf op mijn blog gewoon de stukken die ik op dit moment graag wil schrijven. Voorheen heb ik wel een blog gehad waarop ik vooral over filosofie en wetenschap schreef, maar die trok ook geen hond: met de blog GebandvanJoop probeer ik het als het ware op een meer populistische toer: ik schrijf over politiek, actualiteit en kunst dus zaken die een breed publiek zouden kunnen trekken. Overigens, ook deze blog trekt nog altijd nauwelijks bezoekers. Maar ik wil me niet beperken tot Joop.nl: ik publiceer gewoon de zaken die ik nu graag wil vertellen waarbij ook bv. een museumbezoek mijn inspiratiebron kan zijn zoals bij bovenstaande verhaal over moderne kunst.
Wat Joop.nl zelf betreft, heb ik al het e.e.a. gezegd in de rechterkolom en in mijn eerste artikel http://gebandvanjoop.blogspot.nl/2015/03/800x600-normal-0-21-false-false-false.html. Het is duidelijk hoe de wind waait bij Joop.nl: zij strijden dag in dag uit tegen racisme, seksisme, Israel en de VVD waarbij moslims, zwarten en vrouwen immer als slachtoffer van de Jood en de ‘witte’ kapitalist (zeg maar: de VVD’er) worden gepresenteerd. Dat is hun heilige strijd en o wee als je daarin niet meegaat: dan zal de censuur ingrijpen. Over die typisch linkse onverdraagzaamheid heb ik al in mijn genoemde, eerste artikel een en ander gezegd. Wat betreft de ‘feministe’: ik ben geband op vrouwendag omdat bij de stroom artikelen op Joop die op die dag verscheen waarin telkens werd geconcludeerd dat de strijd nog niet is gestreden omdat vrouwen nog altijd minder verdienen dan mannen, ik telkens de reactie wilde plaatsen dat volgens het CBS die strijd wel is gestreden: bij de oudere werknemers verdienen mannen meer dan vrouwen in dezelfde baan maar bij de pas afgestudeerden zien we dat juist vrouwen inmiddels al beter krijgen betaald dan mannen voor hetzelfde werk. Joop weigerde echter deze reactie te plaatsen en na een paar pogingen hebben ze me er helemaal afgegooid. De reden lijkt me duidelijk: voor links zijn vrouwen, zwarten en moslims per definitie slachtoffers en onderdrukten (en zijn wij, de ‘witte’ kapitalisten, de uitbuitende onderdrukkers van vrouwen, zwarten en moslims). Elk feit dat daarmee in strijd is ondermijnt alles waar links voor staat en kan dus eenvoudigweg niet worden geaccepteerd. Ik vermoed dat Joop.nl de cijfers van het CBS seksistisch vindt. Overigens, het zou me niets verbazen als een (blanke) man me eraf heeft gegooid: de mannelijke, blanke Jopers werpen zichzelf graag op als spreekbuis voor de onderdrukten – zelfs als spreekbuis voor de radicale moslims en terroristen met bv. nog meer verontwaardiging over een Mohammed-cartoon dan je die bij de moslims zelf ziet – zodat het ook goed denkbaar is dat een mannelijke Gutmensch me eraf heeft gegooid omdat hij mijn CBS-cijfers seksistisch vond (en zoals Joop.nl ook keer op keer benadrukt: racisme en seksisme zijn de grootste misdaden ter wereld!).
BeantwoordenVerwijderenMaar uiteindelijk lijkt het niets uit te maken waar ik over schrijf, want de blog trekt vrijwel geen publiek. Bv. de reageerders op Joop kennen deze blog ook niet en ik zou ook niet weten hoe ik hun aandacht zou kunnen krijgen. Ik twitter wel veel om aandacht te genereren maar dat zet geen zoden aan de dijk: ik zie dat soms wel iemand heeft geklikt op een link die ik in een tweet gaf, maar dat blijft dan bij die ene klik: blijkbaar denkt de bezoeker bij het zien van zo’n lap tekst ‘nee, dit is niks voor mij’ en gaat weer verder. Wat betreft de lappen tekst: bij deze tekst hierboven ga ik eens kijken of ik plaatjes van schilderijen kan invoegen: misschien dat ik dan wel publiek trek, haha!
Mijn interesse in deze woelige tijden ligt momenteel bij informatiestromen en propaganda oorlogen. En ik ben meestal meer in wereldpolitiek geïnteresseerd dan de lokale. Nederland heeft een traditie van wijzen met het vingertje, en dat is met name in de PvdA hoek een gebruik. De tegenhanger is repressie a la Teeven en Opstelten, allebei in wezen diep sociaal conservatief, met de radfems als gerimpelde veter die beiden verbinden.
BeantwoordenVerwijderenIk zou best wat meer willen weten achter het keuzemechanisme wat betreft de joop artikelen. Het zal deels ook wel met TV te maken hebben. Wat voor mij paradoxaal is is de consequent aangehouden Russofobe lijn, met bv de stukjes van neocon Aldershoff. In die zin zou ik zomaar kunnen denken dat Soros een vinger in de pap heeft (waarschijnlijk nog vele malen machtiger dan Murdoch).
Wat voor mij waardevol is aan Joop is dat je reactie zo groot als een artikel kan zijn. Er zijn niet veel sites waar dat kan.
Toen ik onlangs in het Van Gogh-museum in Amsterdam was, viel me trouwens het hallucinante karakter van het impressionisme en de aanverwante stromingen op: de schilderijen lijken wel vooral een psychedelische ervaring te willen uitdrukken doordat de zintuiglijke indrukken zo sterk zijn geïntensiveerd. Zo zijn de kleuren veel feller dan de objecten in werkelijk hebben en hebben soms zelfs een andere kleur gekregen, vormen zijn iets vervormd waardoor het afgebeelde lijkt te dansen en er wordt voortdurend een technisch spel met contrasten – bv. tussen lijn en kleur en tussen egaal en ruw – gespeeld om zo de zintuigen maximaal te prikkelen en te verwarren. Waar een foto het afgebeelde heel doods, koud en statisch toont, brengt Van Gogh (en andere kunstenaars uit die tijd) het object tot een en al leven, warmte en beweging. Overigens, de in mijn artikel beschreven moderne inkering van de geest in zichzelf werd uiteraard ook aangemoedigd door de uitvinding van de fotografie zodat kunstenaars op zoek gingen naar wijzen van afbeelden die iets toevoegden aan wat foto’s – de ‘objectieve’ afbeelding van de werkelijkheid – ons kunnen laten zien: moderne kunst – en het impressionisme laat dat al duidelijk zien – doet dat vooral door de subjectieve beleving toe te voegen. Je ziet bij Van Gogh ook al eerste aanzetten tot de latere ontwikkelingen van de moderne kunst. Wat in dat opzicht dan weer opvalt is dat het grote publiek doorgaans niets moet hebben van moderne kunst (want moderne kunst is ‘lelijk’ en ‘een peuter kan ook zo’n schilderij maken door wat met verf te kliederen’) maar dat Van Gogh en de andere vroegmoderne kunstenaars wel razend populair zijn bij het grote publiek. De reden is denk ik wat ik zojuist beschreef: de schilderijen zijn nog wel figuratief (het grote publiek vindt dat heel belangrijk want je moet wel kunnen zien ‘wat het voorstelt’) maar de enorme intensivering van de zintuiglijke indrukken en de sterke emotionele geladenheid van de representatie tot een soort hallucinante ervaring geeft het ‘wauw’-gevoel waardoor het grote publiek – terecht – verliefd is geworden op Van Gogh.
BeantwoordenVerwijderen