zaterdag 11 juli 2015

De intellectuele lafheid van het feminisme

Elke intellectueel die een feministe hoort zeggen dat mannen en vrouwen fundamenteel gelijk zijn, zal de vraag stellen: ‘Maar hoe zit het dan met de biologie die hele bibliotheken vol heeft staan met wetenschappelijk bewijs van fundamentele ongelijkheid tussen man en vrouw?’ Ik heb het dan niet zozeer over de controversiële neurologische kwestie van verschillende hersenen (waarbij vanwege de plasticiteit van de hersenen eventuele verschillen altijd ook verworven kunnen zijn) maar de simpele observatie dat andere dieren, waaronder ook de mensapen die het meest op ons lijken, hele duidelijke verschillen laten zien tussen het gedrag van mannetjes en van vrouwtjes die 'heel toevallig' ook precies de verschillen zijn in mannelijk en vrouwelijk gedrag bij de mens. Zo kent Nederland bv. Asha ten Broeke van haar kruistocht tegen verschillend speelgoed voor jongens en meisjes omdat volgens haar daarmee jongens en meisjes de verschillen in rolpatronen wordt aangeleerd in plaats van dat die voorkeuren aangeboren zijn, maar bij apen blijken de jongens ook vrijwel alleen maar met auto's en de meisjes vrijwel alleen met poppen te willen spelen als men auto's en poppen in de groep gooit terwijl daar toch geen culturele beïnvloeding kan meespelen. Voor zover ik weet ‘lossen’ feministen dit probleem op door deze vraag c.q. de waarnemingen van de biologie gewoonweg te negeren. Dat is uiteraard een laffe en intellectueel onbevredigende oplossing en de reden waarom geen enkele intellectueel het gelijkheidsfeminisme serieus kan nemen (er is overigens ook een postmodern differentiatiefeminisme dat juist uitgaat van fundamentele verschillen tussen man en vrouw maar daar hoor je weinig over en alle feministen die in de media en politiek verschijnen blijken nog ouderwetse gelijkheidsfeministen). Wil het gelijkheidsfeminisme serieus genomen worden, dan zal het uiteindelijk de moed zien te vergaren een heldere en consistente positie in te nemen ten opzichte van de biologie. Logischerwijs kan het daarbij kiezen uit twee mogelijkheden:

1) De biologie is een nepwetenschap in de zin dat de biologie alleen maar de menselijke cultuur kan ontdekken in plaats van de biologische werkelijkheid. Onder meer Hannah Arendt verklaart het succes van de moderne wetenschap doordat deze is gebaseerd op scepticisme zodat de moderne wetenschap niet meer de werkelijkheid maar slechts de menselijke geest zelf beschrijft (zoals we bij Descartes alleen maar zeker kunnen zijn van onszelf en onze ideeën, hetgeen ook leidde tot Kants onkenbare Ding-an-sich). In de woorden van de natuurkundige Heisenberg die in dat verband door Arendt wordt geciteerd: “das wir gewissermassen immer nur uns selbst begegnen”. Kortom, de wetenschapper zoekt de buitenwereld maar vindt alleen zichzelf. In een meer politieke variant zien we dit terug bij een feministe als Simone van Saarloos (http://www.nrc.nl/simone/2015/05/29/niet-dat-ik-fel-voor-vreemdgaan-ben/): de bioloog ontkomt er niet aan als het ware een culturele bril te dragen, zodat alles wat hij meent te vinden uiteindelijk meer over zijn cultuur dan over zijn biologisch object zegt. Zoals de uitspraak “de wereld is roze” van iemand die een roze bril draagt meer zegt over zijn bril dan over de wereld, zo zegt de bewering van de bioloog dat man en vrouw fundamenteel ongelijk zijn meer over de cultuur waarin die bioloog is opgegroeid dan over de echte biologische man en vrouw. Het politieke aspect zit ‘m erin dat die cultuur dan uiteraard vrouwonderdrukkend is: de (mannelijke) bioloog ‘vindt’ alleen maar ongelijkheid om zo de vrouw te kunnen onderdrukken. En dit verklaart ook waarom feministen juist de gelijkheid propageren: die dient het politieke doel om de vrouw uit haar ondergeschikte positie te bevrijden. Zo is uiteindelijk alle wetenschap, alle biologie, een kwestie van politiek…

2) De biologie is geen nepwetenschap maar beschrijft louter de natuur – het lichamelijke – en is niet van toepassing op de mens, omdat de mens niet zijn lichaam is: de mens is – gelijk God – geest en maakt slechts deel uit van de natuur voor zover hij een lichaam heeft (zoals onder meer Plato en opnieuw Descartes betoogden). Het kan dus wel zo zijn dat dat menselijk lichaam wezenlijk identiek is aan het lichaam van andere dieren (een boeiend biologisch inzicht is dat al het leven op Aarde – van Salmonellabacterieën tot olifanten en mensen – biologisch qua samenstelling en functionaliteiten fundamenteel identiek is en dus van één en dezelfde oerbacterie moet afstammen), inclusief daarbij het biologisch fundamentele verschil tussen man en vrouw, maar uiteindelijk zegt dat niets over de mens die immers geest is en zijn lichaam aan zijn geest kan onderwerpen. De mens neemt dan binnen de kosmos een unieke positie in: dieren worden bepaald door hun biologie, maar de mens wordt bepaald door zijn cultuur (geest) in plaats van zijn biologie (lichaam). Daarom negeren feministen terecht alle biologie als het over de mens gaat. Hierover ging mijn voorgaande artikel http://gebandvanjoop.blogspot.nl/2015/06/over-biologie-als-tautologie-en-het.html.  

Ik ben benieuwd of ik het in mijn leven nog mag meemaken dat een feministe hier nu een duidelijke keuze tussen durft te maken en daarmee een duidelijke positie ten opzichte van de biologie durft in te nemen. Want de bibliotheken vol biologische kennis simpelweg negeren omdat die niet in het eigen, politieke straatje passen, is geen geloofwaardige en daarmee houdbare positie alsmede een intellectuele feministe onwaardig.

1 opmerking:

  1. Deze is makkelijk: mannen en vrouwen zijn niet gelijk, maar gelijkwaardig. Voor beiden is de ander onontbeerlijk om compleet te zijn, echter alles valt of staat met die ongelijkheid, het verschil is noodzakelijk. Maar er zit in dat verschil geen waardeoordeel.

    Iedereen weet dat vrouwen biologisch gezien deel een klein beetje beter in elkaar zitten, hogere pijngrens, langere levensduur maar die voordelen worden weer teniet gedaan door een vreemd gevoel voor logica en technisch inzicht. Iemand die echt verstand heeft gaat dus helemaal NOOIT in discussie met een feministe, heeft ook helemaal geen zin. Je wint het toch niet en niemand wordt er door overtuigd.

    BeantwoordenVerwijderen