These (het jodendom). Een religie geeft in wezen de zeden en gewoonten die een volk definiëren.
Een toevluchtsoord voor de gebande dissident
These (het jodendom). Een religie geeft in wezen de zeden en gewoonten die een volk definiëren.
In de 19de eeuw kende men – in het verlengde van de Verlichting die de politieke emancipatie op de agenda had geplaatst – het ‘Jodenvraagstuk’ en de in 1843 geschreven reactie van de dan nog jonge Marx (1818-1883) – het is een van zijn eerste artikelen – op de opvattingen van Bruno Bauer hieromtrent – net als Marx was Bruno een jong-hegeliaan maar hun wegen scheidden zich in 1841 waarna Bauer zich steeds uitdrukkelijker als reactionair en antisemiet liet gelden – laat een rijkdom en diepgang in het debat zien die we in de huidige, weer urgent geworden discussie over zowel antisemitisme als moslimimmigratie node missen. Het is daarom de moeite waard om nog eens terug te keren naar dit artikel waarin Marx tegelijk al laat zien welke weg hij zal inslaan.
Een gangbare opvatting is dat het gelijke het gelijke kent, zoals bij Plato de ziel de Ideeën denkt vanwege hun onderlinge verwantschap want ze zijn beide onzichtbaar, zuiver, eeuwig, onsterfelijk en onveranderlijk (terwijl het veelvormige, veranderlijke lichaam de veelvormige, veranderlijke zintuiglijke indrukken ontvangt). Reeds Anaxagoras stelde het omgekeerde: het gelijke herkent het gelijke niet (bv. wit op wit zie je niet) en het intellect (nous) kent bij uitstek het aan zich ongelijke, dus de materiële wereld. In feite is kennis altijd een verhouding tussen subject (wat denkt) en object (wat wordt gedacht) en absolute kennis is het samenvallen van deze twee (zoals bij Aristoteles God het denken van het denken is). Een variant van de kwestie treedt op bij Descartes’ beroemd twijfelexperiment: als ik aan alles twijfel kan ik toch niet twijfelen dat ik twijfel dus besta. Vaak is de tegenwerping: de conclusie moet zijn dat er twijfel (een denken) is maar waar komt die ‘ik’ opeens vandaan? Welnu, elk bewustzijn (denken) veronderstelt het zelfbewustzijn, zoals Descartes impliciet en Kant expliciet stelt (en Hegel bevestigt), maar hoe werkt dat?
Inleiding
Hitler geldt voor ons als het ultieme kwaad en aldus als Satan himself qua kwaadaardigheid niet te evenaren door anderen, met name vanwege de Holocaust. Maar ik denk dat bv. Stalin toen en ook Poetin nu welbeschouwd minstens zo kwaadaardig waren/zijn. Ik zal me hier richten op een eerste en korte vergelijking tussen Hitler en Poetin waarmee ik hopelijk de belangrijkste overeenkomsten en verschillen heb genoemd.