Telkens
als er een verschrikkelijke misdaad wordt gepleegd staat met name rechts
Nederland op z’n achterste benen te eisen dat de dader nooit meer vrijkomt (als
die dader al niet een gruwelijke marteldood moet sterven) en als het een
recidivist betreft is de woede en onbegrip over ons rechtssysteem helemaal niet
meer te peilen (‘welke idiote rechter heeft deze man ooit vrijgelaten?’). Al
zal iedereen de emotie van woede begrijpen heeft rechts kennelijk veel moeite
om de zaken rationeel in plaats van emotioneel te bekijken want ons
rechtssysteem zit beslist rationeel, doordacht en deugdelijk in elkaar. Ik denk
dat links hier gelijk heeft als het spreekt over de ‘onderbuikgevoelens’ van
rechts. Sterker, rechts lijkt op het gebied van rechtspraak veel meer te neigen
naar het islamitisch recht dan naar het christelijk-seculier recht, zodat het
in die zin wonderlijk is dat juist rechts zo’n weerzin heeft tegen de islam.
Maar het helpt niet om de rechtse geluiden alleen maar af te keuren: het is
denk ik sowieso hoog tijd geworden dat het bestaande ‘softe’ rechtssysteem eens
wordt uitgelegd en zelfs verdedigd welke taak ik hier op me neem (uiteraard op
mijn – filosofische – manier die aldus heel wat dieper zal gaan dan de
juridisch-politieke discussies die momenteel volop worden gevoerd). Daarbij zal
ik overigens ook linkse opvattingen bekritiseren wanneer ik een draai maak van
het recht naar de biologie (om van daaruit weer terug te keren naar het recht).
Bovenal zal ik laten zien hoe het huidige, liberale rechtssysteem voortkomt uit
onze joods-christelijk-humanistische traditie en waarom die traditie in ere
moet worden gehouden met – jawel – als consequentie dat zelfs de ergste
misdadigers een tweede kans verdienen.
Het
is een oude opvatting dat de wet de uitdrukking is van de rede. Dat heeft ermee
te maken dat de wet nooit over particuliere zaken of personen gaat maar altijd
universele regels voor ‘abstracte’ gevallen bevat die, zo zou je kunnen zeggen,
ontstaan door een platoonse opstijging van het concrete geval naar de
universele Idee waarbij men zich ontdoet van het materiële hier en nu ten
gunste van een abstractie als denkproduct. Dat maakt het recht wellicht
‘wereldvreemd’ en brengt in ieder geval de noodzaak van een rechter mee die het
hem voorgelegde concrete geval moet toetsen – onderschikken – aan de wet en
daarmee het geval (en de wet) moet interpreteren zodat ze weer bij elkaar
worden gebracht. In het liberale systeem is de rechter ook onpartijdig waarmee
de rechter ook zelf de redelijkheid vertegenwoordigt in een conflict waarin de
partijen bijna per definitie door emoties worden gestuurd en uiteraard hun
eigen belang voorop stellen. Dat maakt dat de rechtse retoriek ‘zou de rechter
ook deze lage straf hebben gegeven als het slachtoffer zijn eigen dochter
betrof?’ de plank misslaat: als het slachtoffer de dochter van de rechter zou
zijn geweest, dan was hij van de zaak afgehaald omdat hij dan niet meer
onpartijdig en zonder emotie zou kunnen oordelen!
Deze
kritiek laat overigens wel zien dat het recht als opstijging naar het onpersoonlijke
en onpartijdige per definitie een ‘linkse hobby’ is waarvan rechts alleen maar
kan gruwen (zie voor dat fundamentele onderscheid tussen links en rechts http://gebandvanjoop.blogspot.nl/2016/04/de-relevantie-van-links-en-rechts-voor.html).
Voor rechts is er slechts het persoonlijke zodat alles wordt benaderd vanuit de
voorstelling “stel dat dit mijn kind/moeder zou zijn”. Voor rechts is er
slechts vriend en vijand en kan er in wezen geen ruimte voor een onpartijdige
rechter zijn: in het strafrecht identificeert rechts zich simpelweg met het
slachtoffer (de vriend) en dient de dader (de vijand) in het extreemste geval te
worden vernietigd. Uiteindelijk resulteert dit rechtse strikt partijdige en
emotionele denken in het gunstigste geval in barbarij zoals het
joods-islamitische beginsel van ‘oog om oog, tand om tand’ dat ten heden dage
met name het islamitische recht, de sharia, kenmerkt. In het ergste geval
resulteert het in bloedvetes en een escalatie van geweld of in een onderdrukkende,
totalitaire Staat die haar bevolking terroriseert met wrede straffen. Dat wil
zeggen: het Westen heeft grotendeels afstand genomen van het ‘oog om oog’-beginsel
op grond van het christelijke tegenargument dat kwaad niet met kwaad moet
worden vergolden, maar dat vrede en menselijkheid een verzoening vereisen
tussen dader en slachtoffer/samenleving welke taak aan de onpartijdige en in wezen
bemiddelende rechter is gegeven die de belangen van beide partijen in
ogenschouw neemt om die verzoening tot stand te brengen.
Overigens,
in dat theater van de rechtspraak wordt ook altijd de rol van de advocaat bekritiseerd (‘hoe
kun je een misdadiger verdedigen?’), maar zijn rol als ‘advocaat
van de duivel’ is noodzakelijk in elke beschaving: elke beschaving geeft aan
degene die wordt beschuldigd het recht zich tegen die beschuldiging te verdedigen
en omdat de aanklager juridisch is geschoold en dus weet hoe het spel wordt
gespeeld, vereist een eerlijk rechtsproces dat de aangeklaagde juridische
bijstand krijgt. Zo’n advocaat is niets anders dan het juridische verlengstuk
van de verdachte en diens belangen. Er is niets onethisch aan de rol van de advocaat,
tenzij je vindt dat een verdachte zich niet (juridisch adequaat) mag verweren tegen beschuldigingen
hetgeen dictaturen en zeker geen beschaafde landen kenmerkt.
Waarom
iedere dader een tweede kans moet krijgen
De
meeste kritiek richt zich echter altijd op het gegeven dat
het Nederlands recht is gebaseerd op de opvatting dat iedereen een tweede kans
verdient en dus vroeg of laat mag terugkeren naar de samenleving (tenzij de
veroordeelde een TBS-maatregel heeft gekregen en de TBS-kliniek oordeelt dat de
stoornis nog aanwezig is en de patiënt dus nog steeds gevaarlijk is). Mensen
die een gruweldaad plegen zouden nooit meer vrij mogen komen. Ik denk echter
dat die tweede kans niet alleen fundamenteel is voor het recht maar voor onze ‘joods-christelijk-humanistische’
cultuur überhaupt. Mijns inziens moeten we voor haar oorsprong naar Plato die
betoogde (waarbij later Descartes als de grondlegger van de moderne filosofie
de argumenten in wezen herhaalde) dat de ziel – gekluisterd aan het lichaam –
als het ware naar buiten is gericht maar de waarheid en het goede slechts kan
vinden door zich als het ware radicaal te keren naar binnen toe waar de ziel
zicht heeft op de Ideeën. Het christendom heeft dit overgenomen met een puur
morele vertaling: de mens is (na de zondeval) geneigd tot het kwade maar hij
kan een radicaal besluit nemen om niet langer ‘in het vlees’ maar ‘in de geest’
te leven. De mens kan ‘herboren’ of letterlijk ‘bekeerd’ (waarin letterlijk de
notie van ‘keren’/ ‘draaien’ zit) worden. Weliswaar is hij dan nog niet automatisch
een heilige en blijft hij ontvankelijk voor verleidingen, zoals bij
Plato stervelingen bij de opstijging naar de wereld der Ideeën hooguit
een moment lang de Waarheid kunnen bereiken om dan weer omlaag te storten vanwege de
kluistering aan het lichaam, maar de mens kan ervoor kiezen zijn blik op het
goede in plaats van op het slechte te richten (zoals in de filosofie de wijze
zijn blik omhoog naar de Waarheid heeft gericht). Ook al is de mens niet in
staat tot goddelijke perfectie, hij kan wel uit goede intenties proberen te
handelen.
Dit
alles is niet zomaar een oude en wellicht achterhaalde visie: in wezen is het
vermogen onze blik 180 graden te draaien van buiten c.q. het slechte naar
binnen c.q. het goede een uitdrukking van onze vrijheid. De mens is geen dier
dat niet anders kan dan zijn dierlijke en egoïstische impulsen volgen: de mens
heeft rede waarmee het kan abstraheren van zijn concrete bestaan en waarmee hij
zichzelf aan morele regels kan onderwerpen. En vanwege die vrijheid kan zelfs
een misdadiger zijn leven beteren. Moraal en dus verantwoordelijkheid en dus
strafwaardigheid vereist de premisse van vrijheid. Als iemand moet worden bestraft omdat hij in vrijheid een foute keuze heeft gemaakt dan moet hij ook worden geacht in diezelfde vrijheid het goede te kunnen kiezen (en als hij niet in vrijheid heeft gehandeld maar vanuit een stoornis ertoe is gedwongen dan verdient hij geen straf maar (TBS-)behandeling).
De
bedoeling van gevangenisstraf is niet alleen het weghalen van de dader uit de
samenleving bij wijze van bescherming van de samenleving tegen de misdadiger
maar ook als zuiverende straf voor de dader (zoals het katholicisme en de islam
menen dat de mens na zijn dood in de hel moet branden voor zijn zonden alvorens
gezuiverd de hemel te betreden). Het is de bedoeling dat de straf de prikkel
vormt voor de zondaar om zijn ziel op platoonse wijze te draaien van het slechte
naar het goede door middel van berouw waarna een verzoening met de samenleving
weer mogelijk is.
Het
lijkt erop dat veel mensen niet meer geloven in de vrijheid van de mens dus in
de mogelijkheid dat een misdadiger zijn leven betert: ‘eens een dief, altijd
een dief’ lijkt het motto te zijn op grond waarvan de massa vindt dat zware
misdadigers nooit meer vrij mogen komen. Mogelijk speelt hier het leeglopen van
de kerk een rol, maar zeer zeker ook het falen van het gevangenissysteem voor
een groep misdadigers die zich bij wijze
van groep al bij voorbaat van de samenleving hebben gekeerd waardoor ze de
verwijdering uit de (grotere) samenleving niet meer als straf en dus prikkel
tot het goede ervaren. Zo geldt voor veel Marokkaanse straatschoffies, motorclubs
en andere criminele bendes dat je juist in de gevangenis moet hebben gezeten om
volledig geaccepteerd te worden in de groep waartoe je wilt behoren, zodat
insluiting uitsluiting impliceert. Het traditionele rechtssysteem heeft zo geen
enkel effect op dergelijke bendeleden en Spekman (PvdA) heeft gelijk dat je bij
deze groepen andere manieren moet vinden om ze te vernederen, althans een straf
echt als straf te laten ervaren, die wel een prikkel tot gedragsvorming kunnen
vormen.
Het
geloof dat de mens vrij is en dus zijn leven kan beteren c.q. met een schone
lei opnieuw mag beginnen wordt ook wetenschappelijk ondermijnd door enerzijds
de neurologie (zoals bij Swaab: “de vrije wil bestaat niet”) en anderzijds het
voorspellen van menselijk gedrag door middel van het verzamelen van data en
gedragspatronen door bedrijven als Google. De samenleving lijkt zo rijp gemaakt
te worden voor een geheel nieuw rechtssysteem dat echter weinig met recht te
maken heeft maar alles met op wetenschap en data gebaseerde efficiëntie: door
middel van testen en programma’s wordt van iedereen constant risicoprofielen opgemaakt
en degenen met een verhoogd risicoprofiel (dus een profiel dat een hoger dan
gemiddeld risico op asociaal of crimineel gedrag) worden preventief uit de
samenleving verwijderd. Immers, er is veel kritiek op het fundamenteel
joods-christelijk-humanistisch idee van een tweede kans, dat is gebaseerd op
het ‘achterhaalde’ idee dat de mens vrij zou zijn, maar waarom zou je sommige
mensen zelfs maar een eerste kans geven? Uiteindelijk is het in deze
utilitaristische benadering allemaal slechts een kwestie van koele berekening
en dat rechtse mensen nu nog slechts ageren tegen het vrij laten rondlopen van
mensen die al eens zijn veroordeeld komt door hun naïeve idee dat alleen als
iemand een misstap heeft begaan duidelijk is dat zo iemand een gevaar voor de
samenleving kan zijn terwijl de wetenschap al veel verder is – of binnenkort zal zijn
– en in beginsel de mensen kan aanwijzen met een verhoogd risico voordat die
mensen een eerste misstap hebben gemaakt.
Het
anti-joods-christelijk-humanistische van deze opstelling c.q. toekomst is dat
we de toekomst niet kunnen voorspellen en we iemand niet zouden moeten
vastzetten voor een misdaad die hij mogelijk gaat plegen maar nog niet gepleegd
heeft en misschien ook nooit zou gaan plegen. Wat de toekomst betreft moeten we
ons verlaten op kansrekening die de desbetreffende persoon onrecht kan doen als
we hem gaan afrekenen op de statistieken. Ook iemand die een (zwaar) misdrijf
pleegt kan daarna een braaf burger worden. De cijfers zijn bekend:
zedendelinquenten die niet worden behandeld hebben meer dan 50% kans opnieuw
een zedenmisdrijf te plegen en zij die wel worden behandeld een kans van 20%.
Maar wat maakt dat verschil eigenlijk uit: de massa wil een recidivekans van 0%
(nooit meer een nieuwe Anne Faber!) zodat geen enkele zedendelinquent mag
vrijkomen. Maar om 0% verkrachtingen te realiseren zal men minstens alle mannen
voor de rest van hun leven moeten opsluiten, want geen enkele man heeft een
kans van 0% dat hij ooit een vrouw zal verkrachten. De andere kant van de
medaille is echter dat zelfs van de zedendelinquenten die niet worden behandeld
bijna de helft niet een nieuw zedenmisdrijf pleegt (althans niet wordt gepakt)
zodat men die onrechtvaardig levenslang zou geven.
Het
is dus niet zo dat de rechter die een misdadiger vrijlaat (al dan niet
automatisch na een bepaald aantal jaren) het belang van de dader hoger acht dan
die van de samenleving en die samenleving als een proeftuin ziet, zoals men
aldoor hoort: iemand vasthouden voor een misdaad die hij in de toekomst zou
kunnen plegen is simpelweg in strijd met het rechtsfundament dat je iemand
slechts straft voor wat hij heeft gedaan en niet voor wat hij misschien nog
eens gaat doen. Als we dit rechtsfundament zouden schrappen, dan zouden we
direct in een totalitaire Staat belanden waarin de Staat in wezen willekeurig
de helft van de bevolking voor de rest van hun leven preventief kan vastzetten
(al vrees ik dat dat wel de toekomst wordt zoals uitgebeeld in de science
fiction-film Minority Report). En
gesproken over ‘fouten’ van het rechtssysteem waar nu zo opgewonden over wordt
gesproken: het vergt niet veel voorstellingsvermogen om in te zien dat dit
nieuwe systeem veel gevoeliger voor fouten en misbruik zal blijken te zijn als
het huidige rechtssysteem.
Zoals
al is betoogd is het overigens wel de bedoeling dat gedetineerden door middel
van hun straf weer op het rechte pad worden gezet – door middel van de
platoonse inkering door middel van berouw – en dus bij vrijlating geen
bedreiging meer vormen voor de samenleving. Het praktische probleem is echter
dat we niet in iemands hoofd kunnen kijken en dus niet kunnen vaststellen of
iemand werkelijk berouw heeft of van zijn fouten of straf heeft geleerd en dus zijn
leven zal beteren. Gedrag kunnen we observeren maar naar de intenties erachter
kunnen we slechts raden. Zelfs in een TBS-omgeving blijken veroordeelden regelmatig
de psychologen die hen observeren en behandelen te kunnen misleiden. Wat dat
betreft blijft het altijd een gok om iemand weer vrij te laten. En nogmaals,
als we geen gok willen nemen dan moeten we iedereen preventief isoleren want
iedereen kan op een kwade dag opeens een misdaad plegen.
Wat
je misschien daarom ook wel hoort is dat zware misdadigers – moordenaars en
verkrachters – sowieso nooit meer vrij dienen te komen: levenslang of de
doodstraf zou dan de passende straf zijn voor een zwaar vergrijp (want dan heb
je geen last van het voorgaande probleem dat je de toekomst niet kunt
voorspellen). Maar dit is in strijd met een ander joods-christelijk-humanistisch
beginsel: de absolute waarde van het individu. Ongeacht wat een persoon heeft
misdaan, hij kan nooit zijn respectwaardigheid als mens verliezen en als afval c.q.
een ding worden weggegooid of geëlimineerd. En als mens verdient hij een kans
tot inkeer c.q. berouw en hereniging met de samenleving. Weliswaar zal het
slachtoffer of de nabestaanden daar vanuit hun verdriet en woede anders over kunnen
denken, maar precies daarom hebben we de onpartijdige rechter die niet vanuit
die emoties oordeelt maar voor de taak staat zowel aan de eis van de
samenleving en slachtoffer om vergelding/straf als aan de menswaardigheid van
de dader tegemoet te komen en te betrekken bij zijn vonnis. De rechter
waarborgt zo de beschaving waarin we een mens wel op zijn vrijheid en dus verantwoordelijkheid
aanspreken en dus straffen na een gepleegd misdrijf maar die mens tegelijk – om
precies dezelfde reden! – nooit zijn menselijkheid ontnemen.
Uiteindelijk
is de vraag waarom het rechtssysteem toestaat dat criminelen kunnen toeslaan en
zelfs een tweede keer omdat elke misdadiger ook nog een tweede kans krijgt, de
vraag naar het theodicee: hoe is het mogelijk dat de goede en oppermachtige God
kwade zaken laat gebeuren? Het theologische antwoord van bv. Leibniz is dat God
ervoor heeft gekozen om de mens het hoogste goed van vrijheid te geven om
aldus de beste wereld tot stand te brengen. Die vrijheid kan weliswaar door de
mens worden misbruikt om kwaad te doen en als dat gebeurt moet er een straf
volgen, maar deze wereld waarin kwaad kan geschieden is beter dan een wereld
waarin God de mens geen vrijheid zou hebben gegeven opdat de mens geen kwaad
kan doen. Vrijheid voor iedereen is een hoger goed dan dat het kwaad dat er
door sommigen mee wordt gedaan een groot kwaad is. En diezelfde theodicee is
van toepassing op het rechtssysteem en de Staat als onze seculiere God: een
samenleving waarin de Staat ons allen vrij laat zijn, met misdaad als negatief
bijverschijnsel, is een betere samenleving dan die zonder vrijheid waarin de
Staat iedereen preventief bewaakt of opsluit of na een eerste misstap direct
elimineert.
Biologie
Na
de schok van de gruweldaden van Michael P., die thans wordt verdacht van de
moord op Anne Faber, kwam nog de kleinere naschok dat de forensisch psychiatrische
instelling waar hij werd voorbereid op terugkeer naar de samenleving voor hem –
in de woorden van de Telegraaf – een ‘sekswalhalla’ zou zijn geweest waarbij
hij zelfs een vrouw in de instelling zwanger zou hebben gemaakt. Nu kan ik me dergelijke
berichten herinneren bij eigenlijk alle meedogenloze moordenaars en
verkrachters: veel vrouwen in hun omgeving vallen voor hun charmes, zelfs als
zo’n vrouw ‘beter’ zou moeten weten omdat de vrouw een ‘professional’ is die
nota bene weet wat de man op z’n kerfstok heeft. Om te beginnen laat dit zien
dat deze zware misdadigers geen ‘losers’ zijn die geen vrouw kunnen krijgen en
dus uit seksuele frustratie vrouwen pakken. Psychologen c.q. linkse mensen zeggen
daarom graag dat een verkrachting niet over seks maar over macht gaat, hetgeen
echter niet de juiste conclusie is. Ik denk namelijk dat deze mannen wel
degelijk vanuit een seksuele impuls handelen (waarbij seks zelf wel een
machtscomponent bevat), maar mede omdat zij zo succesvol zijn bij vrouwen het
niet kunnen accepteren dat er ook vrouwen zijn die hen afwijzen. En dat
verklaart weer waarom de meeste vrouwen in hun omgeving verliefd worden en geen
weerstand kunnen bieden aan deze roofdieren: dit zijn mannen die pakken wat ze
willen hebben, welke karakterinstelling vrouwen juist bijzonder aantrekkelijk
vinden in een man (zodat de lijn tussen vrijwillig en verkrachting in de
praktijk erg dun kan zijn). Overigens, psychologen zullen een andere verklaring
geven, namelijk dat deze gewelddadige mannen psychopaten zijn en het een
kenmerk van psychopaten is dat zij heel goed anderen kunnen manipuleren en dus
ook heel goed vrouwen kunnen misleiden en dus versieren. Maar volgens mij is
dat opnieuw onjuist: ik denk dat deze mannen niet eens hoeven te versieren of
te manipuleren maar dat de meeste vrouwen in hun omgeving zich sowieso seksueel
aan hen aanbieden. Immers, het is bekend dat een man als Dutroux duizenden
liefdesbrieven van wildvreemde vrouwen krijgt waar hij nooit enig contact mee
heeft gehad zodat hij die niet eens heeft kunnen manipuleren.
Misschien
nog wel meer dan mannen lijken vrouwen puur uit instinct te handelen als het om
seks gaat. En dat instinct is bij nagenoeg alle diersoorten hetzelfde en het zou
a priori al om die reden onbegrijpelijk
zijn als de mens een uitzondering zou zijn: de vrouw kiest het (meest) dominante
mannetje omdat het in de biologie nu eenmaal om succesvol voortplanten gaat en
een vrouwtje de meeste kans heeft dat haar kinderen overleven als ze een man
naast zich heeft die ‘zijn mannetje staat’, dus voor de duvel niet bang is, elk
gevaar trotseert en alle andere mannen bij zijn wijfje en kroost kan wegjagen.
Sterker nog, bij onder andere leeuwen en chimpansees (en wij mensen zijn zeker
sterk verwant aan chimpansees) doodt het mannetje, dat de strijd met de andere
mannetjes om wie de vrouwtjes krijgt en zich dus kan voortplanten, zelfs de
kinderen van de veroverde vrouwtjes zodat het vrouwtje weer vruchtbaar wordt en
hij zijn kinderen in de plaats kan stellen van de (door hem) gedode kinderen
die de vrouw van een andere man had (waarbij de chimpansee evolutionair zelfs
steeds meer zaad is gaan produceren om die van z’n concurrenten letterlijk weg
te kunnen spoelen en zo zelfs tot in de vagina vlak voor de bevruchting een
strijd met andere mannetjes voert om zich te kunnen voortplanten). Het lijkt
onbestaanbaar dat de vrouwen willen paren met nota bene de man die haar
kinderen heeft gedood (zoals we het ook onbestaanbaar achten dat een vrouw valt
op een Dutroux of Michael P.), maar in de praktijk willen chimpanseevrouwen
juist paren met de man die haar kinderen heeft gedood omdat die man op dat
moment de sterkste blijkt te zijn en dus het beste zaad heeft en het best het
gezin (zijn eigen kinderen) kan beschermen (hetgeen de vorige man dus niet is
gelukt omdat zijn kinderen zijn gedood door de nieuwe man). Ik vraag me dan ook
af of dit oerinstinct niet ook bij de mens nog altijd bestaat en dus de reden vormt
dat ook bij de mens vrouwen erg vaak juist gewelddadige psychopaten seksueel
onweerstaanbaar vinden.
Conclusie
Geen opmerkingen:
Een reactie posten