https://www.nrc.nl/nieuws/2017/10/16/straf-anders-en-breng-recidive-daarmee-omlaag-13524963-a1577462
Ik
gaf ook al aan dat dit praktisch problematisch is omdat je niet kunt
voorspellen of iemand wel of niet zal recidiveren. Mensen zullen dan worden
vrijgelaten op grond van kansrekening en statistieken, maar dat is in strijd
met de rechtvaardigheid: je zult dan – structureel – mensen onterecht
vasthouden (omdat bv. als de recidivekans 70% is er ook 30% kans is dat recidive niet optreedt en en er dus in 30% van de gevallen iemand te lang wordt
vastgehouden).
Maar
de term ‘paradigma’ prikkelt mij tot een uitweiding over onder meer het
verschil tussen veiligheid en rechtvaardigheid. Rechtvaardigheid gaat erover
dat iedereen krijgt wat hij verdient, dat wil zeggen een beloning bij goed
gedrag en een straf bij slecht gedrag. Afgezien van het bijeffect dat van straf
een preventieve werking kan (of moet) uitgaan, is veiligheid echter geen doel
van rechtvaardigheid. En de paradigmawisseling heeft al lang plaatsgevonden. Zo
was er vroeger een ministerie van Justitie. In 2010 heeft het rechtse kabinet
van VVD en CDA (met gedoogsteun van PVV) daar het ministerie van Veiligheid en
Justitie van gemaakt. Dat is meer dan een naamsverandering: het geeft aan dat
rechtvaardigheid (justitie) voortaan ondergeschikt is aan veiligheid. Toen al
is besloten dat voortaan veiligheid – het beschermen van de samenleving tegen
terroristen, criminelen en andere gevaren – hogere prioriteit krijgt dan
rechtvaardigheid, waardoor bv. de privacy steeds verder werd uitgehold. En met
name Fred Teeven heeft ook nog geprobeerd de rechten van verdachten uit te
hollen.
Rechtvaardigheid,
met onder andere haar rechten voor burgers (bv. privacy) en voor verdachten
(bv. recht op rechtsbijstand), is een typisch linkse ‘hobby’ terwijl veiligheid
een typisch rechtse ‘hobby’ is. En het zijn communicerende vaten: kiezen we
voor meer veiligheid – we schuiven op naar rechts – dan zal de rechtvaardigheid
afnemen. Het is zonneklaar dat we al een flinke tijd naar rechts aan het opschuiven
zijn waarbij zelfs het recht (justitie) zelf bovenal de samenleving veiliger moet
gaan maken in plaats van rechtvaardiger. Waar er vroeger consensus was dat je
beter 10 schuldigen vrij in plaats van één onschuldige vast kunt hebben
(rechtvaardigheid boven veiligheid), lijkt de samenleving nu rijp voor het
omgekeerde: liever 10 onschuldigen vast dan één schuldige vrij (veiligheid
boven rechtvaardigheid).
II
Men
kan deze kwestie ook vanuit de drie Grote Ideologieën – socialisme, liberalisme
en conservatisme – bekijken, waarbij ik de middenweg van het liberalisme
bepleit en waarbij de rechtskwestie de kern blijkt te vormen voor alle hedendaagse
politieke strijd überhaupt.
Bij
de liberale revolutie speelde het recht al een wezenlijke rol: het liberalisme schafte
de ‘klassenjustitie’ af waarbij in de samenleving, dus ook in het recht, leden
van verschillende standen, klassen of groepen (inclusief mannen of vrouwen)
verschillend werden behandeld. Voor het liberalisme is iedereen gelijk(waardig)
en moet iedereen gelijk worden behandeld, zodat een lid van de hogere of
rijkere stand dezelfde straf krijgt bij hetzelfde misdrijf als een lid van de
lagere of armere stand. Het liberalisme is individualistisch: elk individu is
autonoom en moet op zijn eigen merites worden beoordeeld en mag niet worden behandeld
als lid van een groep (hetgeen ‘vooroordelen’ zou verraden). De huidige tendens
naar veiligheid boven rechtvaardigheid correspondeert met de beweging van het ‘rights
and justice’-paradigma van het liberalisme naar het ‘law and order’-paradigma
van het conservatisme en daarmee naar een zekere terugkeer van de
klassenjustitie. Immers, mensen wel of niet vasthouden op grond van kansberekening
en dus (mede op) statistieken impliceert mensen wel of niet vasthouden op grond
van hun lidmaatschap van een bepaalde groep (met een gemiddelde die wel of niet
gunstig afsteekt tegen het algemene gemiddelde). Mensen worden aldus niet meer
op hun eigen, unieke kenmerken beoordeeld. Het is als met de nieuwe
standenmaatschappij in de vorm van hoog- en laagopgeleiden: het liberalisme
heeft de oude standenmaatschappij afgebroken en iedereen met het verstand
ervoor naar de universiteiten laten gaan om topfuncties te vervullen maar
doordat kinderen van hoogopgeleiden veel meer kans hebben zelf ook hoogopgeleid
te worden is de sociale mobiliteit grotendeels gestopt en is er een elite van hoogopgeleiden
en een volk van laagopgeleiden ontstaan die in twee verschillende werelden
leven. Afkomst bepaalt weer je toekomst. Weliswaar is de herschikking rechtvaardiger - de elite is gemiddeld intelligenter dan het volk, veroordeelden hebben een hogere kans om een (nieuwe) misdaad te plegen dan anderen - maar evengoed worden ze in een groep geplaatst waar ze misschien niet in thuishoren.
Het
socialisme gaat nog een stap verder dan het liberalisme en gelooft niet in
gelijke kansen, mede vanwege die nieuwe standenmaatschappij, maar in gelijke uitkomsten:
iedereen verdient even veel te krijgen. En de overheid moet daarvoor zorgen,
hetgeen opnieuw groepsdenken vereist maar dan op zijn kop gezet: niet de
autochtoon of man of welke traditionele categorie dan ook die de macht had
verdient privileges zoals rechts wil (‘eigen volk eerst’) maar de autochtoon,
de vrouw, etc als ‘onderdrukten’ verdienen privileges bij wijze van hulp om ook
de top te bereiken (zoals bij ‘positieve discriminatie’). Inmiddels heeft een
dergelijk groepsdenken links helemaal in zijn greep gekregen, welke ‘identiteitspolitiek’
aldus zelf racistisch is en de prikkel vormde voor rechts om openlijk het
traditionele racisme te doen herleven (want als een zwarte trots mag zijn op
zijn zwarte huidskleur dan mag ik trots zijn op mijn blanke huidskleur).
Links
en rechts zijn zo weer elkaars ideale vijanden geworden en hun haat en strijd
lijkt steeds heftiger te worden. Als rechts voorstelt de grenzen voor moslims
te sluiten of jonge zwarten in dure auto’s te controleren, is links woedend om
dat zo openlijke racisme. Maar links jaagt steeds meer mensen naar de rechtse
partijen doordat het geen maat kent en zijn heilige principe van non-discriminatie
ook in horizontale zin (tussen burgers onderling) uitlegt en zo tot in het waanzinnige
doorvoert (waardoor uiteindelijk bv. iedereen met even veel zwarten als met
blanken en met evenveel mannen als met vrouwen seks moet hebben omdat je anders
op ras en sekse discrimineert). Doordat links zo radicaal haar principes tot
het uiterste voert (gelijk Plato volgt links de rede waartoe die ook voert) verliest
het steeds meer aanhang en marginaliseert links zichzelf waarbij populistisch
rechts moeiteloos de oude linkse aanhang – de arbeidersklasse, de autochtone
onderklasse die nu door links wordt vernederd als dom en racistisch – aan zich
weet te binden. De ironie is daarbij dat links eind 19de eeuw de
democratische in plaats van revolutionaire weg koos omdat de meerderheid arm
was zodat democratie vanzelf tot een socialistische maatschappij zou voeren,
maar inmiddels omarmt links juist alle minderheden – zoals Hillary Clinton
graag alle minderheden verwelkomde bij haar toespraken maar daarmee ook de
blanken, christenen, mannen, etc uitsloot – waardoor links precies de meerderheid
van zich vervreemdde.
En
zo is rechts dominant geworden en is veiligheid belangrijker geworden dan
rechtvaardigheid. De liberale middenweg c.q. het systeem dat we hadden is een
beetje op de achtergrond geraakt door de hevige strijd tussen radicaal links en
extreem rechts. Zo’n middenweg zou kunnen zijn dat we alle Nederlandse burgers
gelijk behandelen en dus ook niemand opsluiten omdat hij een risico zou vormen
(dat is rechtvaardig), maar dat laat onverlet dat we wel bv. de grenzen kunnen sluiten
voor leden van groepen die statistisch vooral ellende veroorzaken (ter
bescherming van onze veiligheid) want onze verantwoordelijkheid en dus
rechtvaardigheid hoeft niet de hele wereld te omspannen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten