Vanaf
het einde van de 19de eeuw kwam de eerste feministische golf op bij
wijze van de in wezen liberale eis dat mannen en vrouwen gelijke rechten moeten
krijgen, resulterend in met name de uitbreiding van het kiesrecht zodat ook
vrouwen mogen stemmen en gekozen kunnen worden in politieke functies. Vrijwel
iedereen in het Westen onderschrijft inmiddels deze vrouwenemancipatie: hooguit religieuze
fanatici verzetten zich ertegen, zoals in Nederland de SGP nog een beetje, en
precies hier ligt ook een grote zorg van velen met betrekking tot de groeiende
invloed van de islam in het Westen.
Na
de Tweede Wereldoorlog kwam er een tweede feministische golf die een meer
socialistische en radicale vorm heeft: ‘the personal is the political’. Gelijke
juridische en politieke rechten zijn niet genoeg: men moet ook achter de
voordeur de ongelijkheid bestrijden, zoals die tot uiting komt in de
traditionele rolpatronen waarbij bijvoorbeeld de man werkt en de vrouw slechts
moeder en huisvrouw mag zijn. De invloed en/of de parallel met het marxisme is
evident: de formele gelijkwaardigheid, zoals door het liberalisme en de eerste
feministische golf bewerkstelligd, is slechts een ideologische maskerade en
rechtvaardiging voor de fundamentelere onderdrukking die de vorm heeft van het
patriarchaat met een seksen- in plaats van klassenstrijd. Deze feministen
strijden niet alleen voor gelijke salariëring en toegang tot arbeid voor
vrouwen (en dus voor zaken als zwangerschaps- en menstruatieverlof met behoud
van salaris), maar ook tegen ‘culturele’ onderdrukking zoals pornografie waarin
de vrouw zou worden gedegradeerd tot seksobject. De meest radicale vorm ervan
is waarschijnlijk het lesbianisme dat is gebaseerd op mannenhaat en dat leert
dat vrouwen elk contact met mannen zouden moeten mijden en louter nog lesbische
relaties zouden moeten aangaan.
Daarna
en daarnaast zijn nog tal van andere feministische bewegingen ontstaan, waarvan
ik er twee noem die elkaar contrasteren. Het essentialistisch of differentiefeminisme
erkent dat mannen en vrouwen biologisch verschillend zijn, zodat het helemaal
geen goed idee is om mannen en vrouwen gelijk te behandelen, maar als de een
van de twee seksen superieur is dan is dat de vrouwelijke sekse omdat de vrouw
nu eenmaal verzorgend en dus constructief is ingesteld terwijl de man vooral
een agressief-destructieve impuls heeft. De wel gehoorde ‘Met meer vrouwen aan
de top zou de financiële crisis niet zijn ontstaan’ past wellicht bij dit
differentiefeminisme. Het postmoderne feminisme verwerpt juist elk
essentialisme: er bestaan helemaal geen mannen en vrouwen anders dan als sociale
constructie!
Ik
heb de indruk dat in de Nederlandse media het feminisme nog altijd vrijwel
volledig wordt geassocieerd met het sterk socialistische feminisme van de
tweede golf. Dat zal het gevolg zijn van het feit dat de feministische eisen in
de gevestigde politiek van de laatste decennia vooral worden geuit door de
sociaal-democratische partijen die uiteraard hun feministische eisen hebben
ontwikkeld vanuit hun sociaal-democratische ideologie. Evengoed is er een nieuwe
en succesvolle maar conservatieve politieke beweging ontstaan die voor een groot
deel berust op een teruggrijpen naar de eerste feministische golf in reactie op
de ‘islamisering’ die in de eerste plaats de gelijke rechten voor vrouwen
bedreigt. Vanuit ideologische oogkleppen wordt ter linkerzijde die beweging vaak
als hypocriet of in ieder geval opportunistisch jegens vrouwenemancipatie aangemerkt,
omdat die nieuwe rechtse beweging niet meestemt met de eisen van de
socialistische feministen, en daarom ‘ontmaskerd’ als louter xenofoob: de
verdediging van vrouwenrechten zou slechts een afkeer van moslims moeten
maskeren. Op hun beurt verbaast de rechtse beweging zich over de linkse
feministen dat die in hun ‘intersectionaliteit’ de gelijke rechten voor vrouwen
niet langer lijken te willen verdedigen als de bedreiger van die waarde geen
blanke man (of vrouw) is.
Ikzelf
heb vooral erg veel moeite met wat ik op mijn blog altijd als
gelijkheidsfeminisme heb aangeduid. Nu wordt het feministisch meesterwerk De Tweede Sekse (1949) van Simone de
Beauvoir meestal aangemerkt als de Bijbel van dat gelijkheidsfeminisme (en als voorloper
van het feminisme van de tweede golf en zelfs de latere stromingen). Maar voor dat boek heb ik alleen maar diepe
bewondering: het boek getuigt van een enorme belezenheid en inzicht. Ik moet
bekennen dat ik het boek nog niet van begin tot eind heb gelezen, maar als ik
het goed zie dan is wat Simone de Beauvoir beweert iets totaal anders dan wat
alle media-feministen in Nederland, zoals Asha ten Broeke en Simone van
Saarloos, en bijna alle politieke partijen in hun slaafse politieke correctheid
beweren. Laat ik als voorbeeld het lage aantal vrouwelijke studenten in
beta-studies geven. De bekende, politiek correcte en door alle media-feministen
betoogde opvatting is:
(i)
Meisjes hebben evenveel interesse in betavakken als jongens. Maar meisjes
worden ontmoedigd om die richting te kiezen omdat de maatschappij hen leert dat
die richting niet past bij meisjes.
Ikzelf
kan dergelijke idiotie niet verdragen. Het is immers evident dat meisjes
helemaal niet evenveel interesse hebben in betavakken als jongens. En het zijn
niet de meisjes maar de jongens die door de maatschappij worden ontmoedigd om
een betavak te kiezen: een beta-jongen wordt per definitie afgeschreven als de
saaie nerd – het lachertje van de klas – die waarschijnlijk autistisch is en in
ieder geval een vriendin of enig sociaal leven wel kan vergeten. Meisjes die
voor een betavak kiezen worden daarentegen door iedereen op het schild gehesen en
alom geprezen: iedereen vindt een meisje dat wiskunde studeert alleen maar
hartstikke leuk. Dat desondanks het toch vooral jongens zijn die een betavak
kiezen laat daarom alleen maar zien hoe fundamenteel groter de interesse in
techniek bij jongens is.
Volgens
mij is het volgende zo ongeveer wat Simone de Beauvoir hierover zegt:
(ii)
Meisjes hebben in het algemeen geen interesse in techniek of andere betavakken.
Er zijn wel jonge vrouwen die interesse veinzen, maar die voeren dat toneelstukje
op omdat meisjes daarvoor worden beloond: iedereen vindt het immers hartstikke leuk
als een meisje interesse heeft in een betavak dus elke vrouw die zich inlaat
met wiskunde of techniek kan rekenen op veel positieve aandacht. De reden dat
vrouwen geen interesse hebben in wetenschap of techniek is echter niet
biologisch bepaald maar komt voort uit de positie van vrouwen in de maatschappij:
wetenschap en techniek zijn gebaseerd op verovering en beheersing, dus
uiteindelijk op de onderwerping van de natuur aan de mens. Wetenschap en
techniek komen dus voort uit het perspectief van de heerser en dat is in onze
maatschappij het mannelijke perspectief. De vrouw bezit als onderdrukte partij
niet over dat perspectief, waardoor wetenschap en techniek voor de vrouw buitenaardse
fenomenen zijn waar zij niets van begrijpt en sowieso ‘niets mee kan’.
Nu
vind ik zo’n betoog als (ii) een stuk geloofwaardiger als (i). De Beauvoir
ontkent niet maar bevestigt alle evidente verschillen tussen mannelijk en
vrouwelijk gedrag (terwijl de huidige feministen, lees bv. Asha ten Broeke, al
die evidente verschillen domweg ontkennen). En zelfs als je toch gelooft dat
biologie er iets mee te maken heeft, dan nog geeft De Beauvoir consistent een
geloofwaardige verklaring voor het ‘inferieure’ gedrag van de vrouw vanuit de haars
inziens inferieure positie die de vrouw inneemt in onze maatschappij.
In
feite bevestigt De Beauvoir alle seksistische ‘vooroordelen’ jegens de vrouw:
haar punt is slechts dat die waarheden geen eeuwige waarheden zijn maar
voortkomen uit de hachelijke positie van de vrouw. Dus ja, het is waar dat de
vrouw bekrompen denkt, maar dat komt niet door haar kleinere hersenen maar
doordat zij niet vrijelijk de wereld in kan trekken en dus niet die wijdse blik
kan ontwikkelen zoals de man dat wel kan. Net als Voltaire met zijn “De vrouw
is een wezen dat zich aankleedt, babbelt en zich weer uitkleedt”, benadrukt De
Beauvoir dat het leven van de vrouw vooral uit leegheid, verveling en onzinnig
geklets bestaat. Daarom heeft een vrouw geen plannen of ideeën (maar wel altijd zin in een feestje) en maakt ze de
kleinste dingen tot iets groots (en meer in het algemeen valt ze ten prooi aan
alle kwade deugden waartoe leegte en verveling leiden): haar enige zorg is hoe ze
haar tijd kan vullen. Overigens staat ook dit weer in verband met haar
desinteresse in wetenschap en techniek: de vrouw gelooft niet in de
progressieve ideeën van wetenschap en techniek omdat in haar leven er geen
vooruitgang is maar slechts doelloosheid en achteruitgang doordat ze zelf
slechts merkt dat ze ouder en onaantrekkelijker wordt. Een en ander leidt aldus
tot onder meer: “Op haar terrein is alles magie; daarbuiten is alles mysterie.”
en “Zij is de voorbestemde buit en prooi van religieuze sekten, spiritisten,
profeten, wonderdokters en alle mogelijke charlatans.”
De
Beauvoir erkent ook dat in onze maatschappij juist jongens het veel moeilijker
hebben dan meisjes (terwijl hedendaagse feministen dat altijd omkeren), hetgeen
bijvoorbeeld ook verklaart waarom mannen vaker zelfmoord plegen dan vrouwen:
van een man wordt immers veel meer verwacht dan van een vrouw. Een jongen wordt
dan ook vanaf zijn kindertijd getraind en gehard om later succesvol te kunnen
zijn: bij een meisje wordt dat achterwege gelaten waardoor het leven van een
meisje wel veel makkelijker is maar zij ook veel minder zal bereiken. In feite is
dat ook de kern van mijn betoog hier:
Nu
weet ik niet hoe hedendaagse feministen De
Tweede Sekse lezen en beoordelen. Zelfs als het nog altijd als een Bijbel
wordt gezien zullen er sowieso pagina’s uit moeten worden gescheurd, zoals waar
zij schrijft dat de islam de vrouw in een vernederde positie houdt. Je krijgt
de indruk dat ze het achterhaald achten, gelet op bijvoorbeeld de huidige opvatting
(i) in plaats van (ii): blijkbaar worden vrouwen inmiddels geacht net zo goed
het perspectief van de heerser, dus die van de moderne wetenschapper, in te
kunnen nemen als de man zodat je je dan afvraagt of je dan nog kunt volhouden
dat vrouwen worden onderdrukt. Mij dunkt dat het hedendaagse feminisme vooral
verward is (hetgeen ook de rare houding ten opzichte van de islam laat zien) terwijl
De Beauvoir een consistent verhaal heeft en mijns inziens zeker niet
achterhaald is. De Beauvoir kun je ook niet betrappen op enige manvijandigheid:
ze toont een brede intellectuele visie waarin ze verbazingwekkend scherp en fundamenteel
zowel het mannelijke als het vrouwelijke perspectief weet te doorgronden en te verwoorden.
De hedendaagse feministen lijken daarentegen verbazingwekkend veel op wat De
Beauvoir in haar boek als de Amerikaanse Moms
beschrijft: dit zijn hele bekrompen vrouwen die alleen maar zeuren en bij
iedereen irritatie opwekken doordat ze oppervlakkig zijn, alleen maar aan
zichzelf denken (zo willen ze bv. in de bus voor de vrouwen een betere plek dan
de arbeiders) en vooral strijden tegen het legaal zijn van alcohol, pornografie
en prostitutie (die de eerbaarheid van de vrouw ondermijnen). Die laatste strijd
acht De Beauvoir eveneens bekrompen, omdat het geen zin heeft om symptomen te
bestrijden zonder de oorzaken weg te nemen. Maar men herkent veel van deze
bekrompenheid en manonvriendelijkheid in de hedendaagse feministische politici
die zich met precies dezelfde soort zaken bezighouden (zoals positieve
discriminatie voor vrouwen aan de top en een verbod op hoerenlopen).
Ik
sluit daarom af met een oproep aan alle feministen: terug naar Simone de Beauvoir!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten